How the Grinch Stole Christmas
Je kunt natuurlijk in de kerstvakantie naar Charlie’s Angels gaan, maar er is ook nog een heel ander engeltje in de bioscoop te vinden en dat is de Grinch.
De kerstfilm van dit jaar is How The Grinch Stole Christmas van Ron Howard. Het is een verfilming van het beroemde (doch mij onbekende) verhaal van Dr. Seuss. Het speelt zich allemaal af in Whoville, waar de mensen rare snuitjes hebben en bovendien zo materialistisch als de pest zijn. De ware essentie voor de Who’s is dan ook om zoveel mogelijk cadeautjes tegen een zo laag mogelijke prijs te kopen. Wie dit allemaal niet zo ziet is de Grinch (Jim Carrey). Hij leeft op de afvalberg van het dorp, leeft van de niet meer gewenste spulletjes van de Who’s. De Grinch is dan ook niet bepaald een graag geziene gast in het o zo gezellige Whoville. Gelukkig is er toch nog een klein schattig meisje dat zich om de Grinch bekommert en het goede in hem ziet, en niet wil dat hij met kerst alleen is.
Gaandeweg wordt ons duidelijk gemaakt waarom de Grinch niet zo blij is met kerst… en wat mij betreft heeft de Grinch daar helemaal gelijk in!
Bijzonder geestig zijn de scènes waar de levensvisie van de Grinch naar voren komt: leuke zwartgallige humor die mijn sympathie voor de Grinch wonnen. Jim Carrey huppelt vrolijk rond alsof hij op Broadway staat en is en blijft ondanks zijn pak en make-up ontzettend zichzelf.
De decors zien er uit als speelgoedwinkels en mijn god, wat is alles volgestapeld met prullaria… vandaar dat de film dan ook 123 miljoen dollar gekost heeft.
Het verhaal zit rommelig in elkaar en gaat uiteindelijk een verkeerde kant uit. Van een heus kerstgevoel zonder cadeautjes is toch niet echt sprake; ongeïnspireerd staan de Who’s hand in hand met een zogenaamd kerstgevoel.
Ondanks de hypocrisie van de Who’s is The Grinch een onderhoudende film met voldoende ‘volwassen’ grapjes om je honderd minuten te laten glimlachen.