Gekwelde butler zoekt identiteit
.
Een vrouw die heimelijk leeft als man veert op uit een lethargisch bestaan. Glenn Close kruipt in de huid van de gekwelde butler Albert Nobbs en laat een verpletterende indruk achter.
Door omstandigheden en bepaalde gebeurtenissen uit het verleden gaat Albert Nobbs al dertig jaar als man door het leven. In het Ierland van eind negentiende eeuw is hij de toegewijde, introverte hoofdbutler van een sjiek hotel in Dublin waar de paden van snobistische rijken en ondergeschikt personeel elkaar kruisen. Nobbs heeft voldoende geld gespaard om binnenkort een tabakswinkeltje te kunnen openen. Maar de komst van de flamboyante huisschilder Hubert Page zet die droom in een totaal ander perspectief.
Seks- en identiteitloos
Hubert ontdekt dat Albert vrouw is. Opmerkelijk genoeg bekent hij de volgende dag aan Albert dat ook hij vrouw is. Als Albert bij Hubert thuis wordt uitgenodigd, blijkt deze als man samen te wonen met een andere vrouw. Hubert is het tegenovergestelde van Albert: aanwezig, levenslustig, onbevreesd en verliefd. De seks- en identiteitloze butler raakt langzaam gesterkt in de gedachte dat ook hij/zij wil samenleven met een vrouw. Hoteldienstertje Helen zou een ideale levensgezellin zijn, maar zij kiest liever voor klusjesman Joe die met haar naar Amerika wil.
Albert Nobbs is niet de eerste film waarin het vrouwelijke hoofdpersonage zich als man vermomt. In Victor/Victoria (1982) verkleedt Julie Andrews zich als man om als vrouw in een Parijse club te mogen zingen. In Yentl (1983) doet Barbra Streisand zich voor als joods jongetje om godsdienstles te kunnen volgen. Hilary Swank verkeert in Boys Don’t Cry (1999) in een seksuele identiteitscrisis en wordt op genadeloze wijze ontmaskerd. En Johanna Wokalek heeft in Die Päpstin (2009) de ambitie om paus te worden in middeleeuws Duitsland.
Al succesvol op het toneel
Vergeleken met al deze thematische voorgangers, spant de Amerikaanse actrice Glenn Close als man spelende vrouw de kroon. Ruim voordat ze doorbrak als de afgewezen stalker in Fatal Attraction (1987) en de manipulerende markiezin in Dangerous Liaisons (1988) vertolkte ze al met groot succes het personage Albert Nobbs op het toneel in New York. De laatste tien jaar werkte ze aan de filmversie. Close speelt niet alleen fantastisch en innemend de titelrol, ze is ook medeverantwoordelijk voor het draaiboek en de productie.
Waar bij film de toeschouwer soms akelig dicht op de huid van de acteurs zit, vraagt de rol van de uiterst gereserveerde, strak in het korset gestoken butler de nodige kwaliteiten om geloofwaardig over te komen. Close zat uren in de grimeerstudio om zich met behulp van make-up en gezichtsprotheses naar een man te laten transformeren. Ze hoefde niet bang te zijn dat de strakgetrokken boel achter haar oren zou losschieten, omdat het haar personage volstrekt ontbreekt aan uiterlijke emoties, zoals uitbundig lachen en huilen. Slechts de ogen van Albert Nobbs verraden verdriet, angst, pijn en hoop.
Als huisschilder die haar eigen vrouwelijke persoonlijkheid verbergt, overtuigt ook Janet McTeer (Tumbleweeds, 1999). Hoewel ze vermomd is als man is zij een exponent van de eerste feministische golf, beschreven door de Ierse novellist George Moore in The Singular Life of Albert Nobbs. De specifieke zoektocht naar identiteit had honderd jaar na dato echter wat eigentijdser mogen worden vertaald naar het witte doek. Na afloop blijf je met een licht onbevredigend gevoel achter. Maar de ingehouden vlammende verschijning van Albert Nobbs blijft nog lang nasmeulen.