Sterk eind aan superieure trilogie
Aan deze door vervolgen gedomineerde filmzomer komt met The Bourne Ultimatum, het derde deel in de Bourne-trilogie, een einde. Net als het tweede deel werd ook deze film, over de getroebleerde en opgejaagde ex-geheim agent Jason Bourne die naarstig op zoek is naar zijn identiteit, geregisseerd door de Brit Paul Greengrass. Het levert een van de enerverendste en intrigerendste actiefilms van dit jaar op.
Paul Greengrass (United 93) voert na Supremacy ook bij Ultimatum weer de regie en zijn hand is vanaf de eerste seconde herkenbaar. Zijn kenmerkende stijl van alleen maar handcamerawerk en extreem korte shots lijkt hier zelfs een nieuw hoogtepunt te vinden. Doet dit je in het begin soms smachten naar een statief of een shot langer dan vier seconden, op een gegeven moment word je er toch steeds verder door in de film gezogen. Zeker als de actie een paar versnellingen hoger gaat, zoals in de fantastische achtervolging in het labyrintachtige Tangiers of de orgie van autobotsingen in New York.
Grimmig
Aan het voorafgaan van Identity werd nog menig wenkbrauw gefronst dat ‘knulletje’ Matt Damon de rol van Jason Bourne zou gaan vertolken. Na drie films kunnen we wel stellen dat hij zich dit karakter zo eigen heeft gemaakt dat iemand anders in die rol moeilijk voor te stellen is. Zijn ingetogen acteerstijl past uitstekend bij de ‘droge’ Bourne-stijl. Wat hierbij opvalt, is de afwezigheid van zelfs maar een greintje tongue-in-cheek of een zweem van ironie (en daarmee het ontbreken van quotebare oneliners). Daarmee steekt het schril af bij andere actiefilms en krijgt het direct een grimmiger, realistischer karakter. Dat neemt niet weg dat er soms toch nog wat gaatjes in het script zitten, maar tijd om daar over na te denken krijg je door het moordende tempo toch nauwelijks.
Als actievehikel stijgt de film al ver boven de middelmaat uit, maar wie door de dikke laag adrenaline-actie heenkijkt kan in de loop van de film ook nog eens een mooie parabel van het post-9/11-tijdperk ontwaren. Want niet alleen speelt de film duidelijk in op de angst voor misbruik van bijvoorbeeld het Echelon-netwerk of het aftappen van elektronische systemen (van beveiligingscamera’s tot bankgegevens) om werkelijk iedereen wereldwijd te kunnen bespioneren.Het toont tevens een parallel tussen het bedrog dat Bourne voelt en die waar het (Amerikaanse) volk de laatste jaren mee geconfronteerd wordt. Het motief van Bourne om zich destijds aan te bieden als vrijwilliger was namelijk ‘om Amerikaanse levens te redden’. Wat er gebeurde was dat hij juist levens kapotmaakte – waaronder vele Amerikanen. Hoe meer hij te weten komt over zijn achtergrond, des te meer hij zich verraden en misbruikt voelt door de overheid. Hij was slechts een instrument (beter gezegd: wapen) in handen van machtsgeile overheidsdiensten. Overheidsdiensten die bovendien vaak drukker waren met het elkaar de loef afsteken dan een gezamenlijk doel in de gaten houden – is dat niet iets dat we in de aanloop naar de invasie van Irak ook zagen?
Geëngageerd
Natuurlijk zijn achterhoedegevechten tussen overheidsdiensten, de geheime agent als pion in een wereldwijd schaakspel en het misbruik van ultramoderne snufjes om de burger te bespioneren standaardingrediënten in spionagefilms. Maar het rauwrealistische karakter van de film en de angst voor een leugenachtige en Big Brother-achtige overheid maken dat de film – wie dat wil zien – in handen van een politiek-geëngageerde regisseur als Greengrass meer is dan alleen plat vermaak.
Het maakt The Bourne Ultimatum eerder het eenentwintigste-eeuwse neefje van paranoiathrillers uit de jaren zeventig als The Parallax View en The Conversation, dan een familielid van de James Bonds en Die Hards van deze wereld. Of hier nog een vierde deel aan toegevoegd wordt blijft de vraag. In ieder geval kunnen we concluderen dat na drie ijzersterke delen visueel en gevoelsmatig de cirkel rond is, maar dat Jason Bourne – pardon: David Webb – weer een beter mens is geworden.