Tussen dapper en dubieus
.
Erica Bain is verliefd. Verliefd op verloofde David, en verliefd op New York – haar stad. Liefdevol neemt zij geluiden op voor haar radioprogramma waarin zij lyrisch de Moeder Aller Metropolissen beschrijft. Een stad waar je zonder omkijken de straat kunt oversteken. Waarin een wapenwinkel eerder een object in een kunstgalerie is dan iets ‘reëels’. En een stad waar je midden in de nacht door het park kunt lopen. Lijkt het.
Want als Erica (Jodie Foster) en David (Naveen Andrews) door een nachtelijk Central Park lopen, worden ze opeens – zonder reden en zonder enige provocatie – door tuig aangevallen. Als zij drie weken later bij bewustzijn komt blijkt David de aanval niet overleefd te hebben; hij is zelfs al begraven. De fysieke schade die de aanval bij haar veroorzaakte komt ze langzaam weer te boven. Maar er zijn wonden die dieper liggen en waarvan het maar de vraag is of die ooit zullen helen.
Angst
Meteen vanaf de openingscredits wordt duidelijk dat het beeld dat wij van onze omgeving hebben een vervormde kan zijn. Het gedeelte van de film waarin dit ook voor Erica pijnlijk duidelijk wordt is meteen ook het meest imponerende. Want als ze voor het eerst na de aanval weer alleen de straat op gaat, slaat de paranoia toe. De stad waar ze zo van hield straalt nu alleen maar dreiging uit, en iedereen op straat is nu een potentiële dader. Regisseur Neil Jordan (The Crying Game, The Butcher Boy) weet dat gevoel met behulp van vervreemdende kadreringen en een claustrofobische soundtrack fantastisch weer te geven. Maar het is vooral Jodie Foster die hier excelleert: er zijn maar weinig actrices die zo intens en overtuigend pijn en wanhoop over kunnen brengen. Ze lijkt – gezien haar keuzes voor deze film en voorgangers als Panic Room en Flightplan – steeds weer een voorkeur voor rollen te hebben waarin ze zich uit een benarde situatie moet zien te vechten. Dat Erica, om zich veiliger te voelen, een wapen koopt valt op zich nog wel te begrijpen. Vreemder is het dat ze ’s nachts door de stad gaat zwerven. Dat ze hierbij telkens allerhande tuig tegen het lijf loopt mag geen verrassing heten. En hoewel haar eerste moorden te verklaren vallen als lullige gevallen van ‘op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plek zijn’, ontwikkelt Erica zich steeds meer als een engel der wrake die het tuig een lesje zal leren. De ‘wreker’ trekt natuurlijk volop de aandacht van publiek en politie, en het is detective Mercer (een sterke Terence Howard, Crash) met wie Erica langzamerhand een interessante band ontwikkelt.Taxi Driver
Erica’s nachtelijke zwerfpartijen roepen Travis Bickle uit Taxi Driver in gedachten: “All the animals come out at night – whores, skunk pussies, buggers, queens, fairies, dopers, junkies, sick, venal. Someday a real rain will come and wash all this scum off the streets.” Foster, die op 13-jarige leeftijd een hoertje speelde in de film, heeft toegegeven dat zij erop heeft aangedrongen om met het oorspronkelijke scenario van The Brave One meer in de richting van Taxi Driver te gaan. Naast de unheimische sfeer van een nachtelijk New York bevolkt met tuig, zijn er nog wat ‘knipogen’ naar Scorseses klassieker te zien. Zo vallen Erica’s en Travis’ eerste slachtoffers in een nachtwinkel, en komen de topshots langs meerdere slachtoffers aan het eind van beide films overeen.
Hoewel er de laatste tijd meerdere wraakfilms gemaakt zijn (denk aan Death Sentence en de verkrachtings-wraakfilm Descent), lijkt het vergezocht dat deze trend gevoed wordt door een vergelijkbaar gevoel van maatschappelijke ontwrichting en onvrede met een falende rechtsstaat zoals in de jaren zeventig en tachtig het geval was. Denk alleen al aan de grote verschillen in criminaliteitscijfers voor het New York van nu en dat van twintig jaar geleden.