Gangs of New York
Regisseur Martin Scorsese had in zijn jeugd tenminste twee obsessies: film en het katholieke geloof. Deze kwamen op elfjarige leeftijd mooi samen toen hij storyboards tekende voor een film over het leven van Jezus. Scorsese moest ruim dertig jaar wachten voor hij die film, The Last Temptation of Christ, eindelijk kon maken.
Ook Scorseses meest recente film, Gangs of New York, kent een dergelijke lange ontstaansgeschiedenis. Al in 1970 las hij het gelijknamige boek van Herbert Asbury over de bendes die de stad New York in de negentiende eeuw onveilig maakten. Alles en iedereen boog onder de terreur van de bendes met namen als de Bowery Boys, de Natives en de Dead Rabbits en de corruptie tierde welig. New York was niet de metropool die we tegenwoordig kennen, maar een paar rijke straten met bakstenen huizen omringd door vele achterbuurten waar de mensen in houten huisjes en hutten leefden. Gangs of New York speelt zich tegen deze achtergrond af.
Slap verhaal
Het is een raadsel waarom Scorsese in al die jaren geen beter verhaal heeft weten te bedenken dan dat van de jonge Amsterdam Vallon (Leonardo DiCaprio), die zijn vader ziet sterven onder de handen van Bill the Butcher (Daniel Day Lewis) en zestien jaar later wraak op hem neemt. Als hij dan ook nog verliefd wordt op de dievegge Jenny (Cameron Diaz), die ooit Bills liefje is geweest, zijn de rapen gaar. Het slappe verhaaltje wordt bijna de ondergang van Gangs of New York. Bijna, want er is gelukkig nog genoeg om van te genieten.
Complimenten
Er mag geen onduidelijkheid over bestaan dat Gangs of New York er meesterlijk uitziet; in drie maanden tijd werd een groot deel van het oude centrum van New York levensecht nagebouwd in de Cinécittastudio’s in Rome. Scorsese en zijn acteurs overladen production designer Dante Feretti met complimenten op de extra’s van deze dvd en dat is volkomen terecht: decors als deze zullen we waarschijnlijk niet vaak meer tegenkomen in een film.Visuele overdaad
Maar hoewel het gefilmde dus meer dan in orde is, is de manier van filmen minder indrukwekkend. Martin Scorsese staat bekend als een visueel genie, die van elk verhaal iets bijzonders weet te maken met imposante camerabewegingen, prachtige kadreringen en een meesterlijke montage. Films als Casino, Kundun en persoonlijke favoriet The Age of Innocence trekken je met hun visuele overdaad moeiteloos de wereld van de film binnen en zijn meteen als een “Scorsese Picture” te herkennen, terwijl dat in Gangs of New York gek genoeg niet zo is. Sterker nog: de hele eerste helft van de film had ook gemaakt kunnen zijn door een andere regisseur. Gelukkig trekt het in de resterende helft wel bij, maar ik had na dertig jaar voorbereiding eerlijk gezegd iets meer verwacht.
Encyclopedie
De dvd van Gangs of New York gaat vergezeld van een mooie rits extra’s, die voor het grootste deel op de tweede disc zijn te vinden. Behalve natuurlijk Scorseses commentaar tijdens de film, dat alleen een audiocommentaar in de technische betekenis van het woord is: het spoor is samengesteld uit interviewfragmenten met de regisseur, die bekend staat om zijn afkeer zijn eigen werk te willen analyseren. Ook tijdens Gangs of New York horen we relatief weinig over zijn voorbereiding voor de film en de opnamen, en focust Scorsese zich met name op de verhalen en de geschiedenis achter de film. Na al die jaren van research is hij een levende encyclopedie van New York geworden, en dat is te horen. Obscure feiten worden afgewisseld met beschrijvingen van het alledaagse leven in de stad en daarbuiten. Hierdoor is het commentaar minder leuk voor de filmliefhebbers maar dubbel zo interessant voor geschiedenisfans. Gelukkig kan ik mijzelf tot beide groepen rekenen.Waarom geen…?
De overige extra’s richten zich vooral op het uiterlijk van de film en stellen aan het eind van de rit enigszins teleur. Natuurlijk is er niets mis met featurettes over decor- en kostuumontwerp, zeker niet bij een film waarbij deze afdelingen van levensbelang zijn, maar er is meer over een film te vertellen dan dit. Wordt het niet bijvoorbeeld eens hoog tijd voor een goede documentaire over Thelma Schoonmaker, die inmiddels al meer dan twintig jaar elke film van Scorsese heeft gemonteerd? Waar zijn Scorseses storyboards en shot-ontwerpen? Waarom geen interview met Robbie Robertson, goede vriend van Scorsese en ooit zanger van The Band, die vijf jaar lang op zoek was naar passende (volks-)muziek voor de film?
Net als de hiaten in het verhaal vallen ook de weggelaten extra’s meer op dan wat er wel is; maar alleen al het feit dat Scorseses filmdroom op dvd uit is, is genoeg reden voor gejuich. Zo kunnen zijn fans nog jaren lang studeren op de delen van de film die wel zijn gelukt.