Aapjes kijken is niet altijd leuk
Een team van biologen spendeerde drie jaar van hun leven om 78 minuten film te maken. Dan mag je hopen dat je met iets op de proppen komt dat het kijken waard is. Want laten we eerlijk zijn, we zijn behoorlijk verwend met de Earth en Life–beelden van de afgelopen jaren.
Misschien is de vergelijking tussen Chimpanzee en Earth niet helemaal terecht, maar in hoeveel genres wil je natuurdocumentaires gaan opdelen? Maar goed, neem dan March of the Penguins of The Last Lions, waarin Jeremy Irons het levensverhaal van een jonge leeuwenpup vertelt. Grafisch niet zo indrukwekkend als Earth, maar het verhaal is boeiend. Zonder al teveel moeite voel je je verbonden met het lot van de pinguïns en de leeuw. Dan moet het met een aap, waar wij al een zekere genetische verbondenheid mee hebben, toch ook wel lukken.
Persmap
Eerst een klein intermezzo over persmappen, als u het mij toestaat. In persmappen zijn onder andere, naast nuttige filmfeitjes, interviews te vinden met regisseurs. Iedereen zegt hoe graag hij of zij altijd al deze film wilde maken, enzovoorts. En jawel, ook hier zegt maker Mark Linfield ‘Chimpanzee fulfills a lifelong dream. I have always wanted to make a film about chimpanzees.‘ Rare jongens, die biologen.
Dan nu de film, deze voorkennis in gedachten houdend. Opperhoofdaap Freddy leidt een groep chimps waarin verder moeder Isha en baby Oscar een sleutelrol spelen. We zien eigenlijk voornamelijk het wel en wee van Oscar, wiens leven over rozen lijkt te gaan. Totdat het noodlot toeslaat.
Door dieren namen te geven ontstaat er gemakkelijker een band tussen kijker en aap. Het helpt daarbij dat met name mensapen zoals chimpansees, al vrij veel op mensen lijken. Vooral qua gedrag en overlevingsmethoden vallen de gelijkenissen op. Minder positief is het feit dat de überhaupt aanwezige gelijkenis tussen mens en chimpansee de voornaamste reden is dat je blijft kijken, want verder valt er in Chimpanzee weinig te beleven.
Tergende voice-over
De kritiek begint bij het verhaal, dat behoorlijk summier is. Verder moeten we het met steeds dezelfde groep apen doen. En om nou te zeggen dat die apen veel meemaken, neen. Ze zijn voornamelijk op zoek naar voedsel, kraken een noot en komen af en toe een rivaliserende bende apen tegen. Knap hoor, nootje kraken met een steen, maar na twee minuten heb je het wel gezien. Earth snapt dat, en schakelt vervolgens over naar een nieuw beest. Chimpanzee snapt dat niet, en laat de notenkrakers nog zes keer uitgebreid zien.
De makers hebben het geheel een beetje proberen op te leuken met een voice-over. Dit keer geen David Attenborough of Daniel Craig, maar Tim Allen wiens pogingen tot humor bij pogingen blijven. Hij vermeldt elke vijf minuten dat de apen wel moeten eten, dat voedsel schaars is en dat Scar – de opperhoofdaap van de rivaliserende bende – hun territorium over dreigt te nemen. Het wordt allemaal zo voor- en uitgekauwd dat ook apen in de dierentuin het zouden begrijpen, mochten ze Engels verstaan.
Bambi is beter
Chimpanzee werd geproduceerd door Disney, maar helaas ontbreekt hier het hartverwarmende aspect dat Disneyfilms zo typerend maakt. Van schijnbaar bijzondere gebeurtenissen wordt keer op keer beweerd dat het zo ont-zet-tend bijzonder is. Als film of documentaire schiet Chimpanzee echter tekort. Waar Earth en Life keer op keer weten te fascineren met prachtige slowmotion beelden en close-ups van de meest bijzondere dieren, weet Chimpanzee nauwelijks te boeien. De film is hooguit voor de allerkleinsten leuk, maar Bambi is beter.