Film / Films

De koning die zijn land at

recensie: The Last King of Scotland

Staatsman Winston Churchill noemde Oeganda de parel van Afrika vanwege het natuurschoon. Haar prachtige Victoria Meer, de spectaculaire Murchison Falls en het mysterieuze Ruwenzoris gebergte (The Mountains of the Moon in de volksmond) zijn oogverblindend mooi. Zelfs schrijver Giles Foden zei dat Oeganda’s landschappen eerder een inspiratie voor zijn debuutroman The Last King of Scotland waren dan haar brute dictator Idi Amin Dada (1928-2003).

Tijdens Amins schrikbewind (1971-1979) werd Oeganda verwoest door zijn amokmakende doodseskaders. Deze tirannieke kannibaal was verantwoordelijk voor de moord op 300.000 landgenoten. Hij at het vlees van zijn vijanden omdat hij dacht dat het hem sterker zou maken en de wereld keek geamuseerd toe. De Amerikanen hadden, evenals met de genocide in Ruanda jaren later, geen strategisch of economisch belang te verdedigen. De Britten zagen schouderophalend hun oude kolonie in chaos afglijden en lachten zich slap om de capriolen van deze krankzinnige hofnar. Het satirische blad Private Eye schreef jarenlang een reeks hilarische aan Amin toegedichte columns met zijn persoonlijke adviezen aan het Britse volk. Hij werd getolereerd omdat niemand er belang bij had hem te liquideren. In 1979 werd hij verjaagd door Oegandese vrijheidstrijders en liet zijn land in totale ontreddering achter. Hij stierf vredig in ballingschap, levend van een staatspensioen in Saoedi-Arabië.

Schotse tradities

Oeganda is nu betrekkelijk veilig en hoewel de huidige president Museveni dictatoriale trekjes toont is hij zeker geen Amin. Het fotogenieke Oeganda mocht zelfs voor het eerst sinds 1951 (The African Queen) weer de setting van een grootschalige filmproductie zijn. The Last King of Scotland, tevens een aan hemzelf toegedichte eretitel, verhaalt over de opkomst en ondergang van de met Schotse tradities geobsedeerde Idi Amin. Hoewel Foden zijn roman gebaseerd heeft op ware gebeurtenissen, is zijn held Garrigan een fictief personage. De gelauwerde documentairemaker Kevin Macdonald (One Day in September, Touching the Void) koos ervoor om met de romanverfilming zijn speelfilmdebuut te maken.

De pas afgestudeerde Schotse arts Nicholas Garrigan (James McAvoy uit The Chronicles of Narnia) snakt naar avontuur en gaat als tropenarts naar Oeganda. Garrigan ziet Amin een menigte toespreken en raakt onder de indruk van deze charismatische leider. Garrigans hulp wordt ingeroepen als Amin een ongelukje heeft gehad en Amin is zo gecharmeerd van de jonge Schot dat hij hem aanstelt als lijfarts.

Sensatiebeluste scènes

~

Hoewel het een Britse productie is, zijn banale Hollywoodtrekjes storend aanwezig. Zoals de clandestiene verhouding van Garrigan met een van Amins vrouwen, Kay (Kerry Washington). De jongensachtige Nicholas, zeg maar piepjong want hij oogt niet ouder dan vijftien, dendert door de rimboe als een botergeile puber op schoolkamp die zich vergrijpt aan loslopend Afrikaans schoon. Als Amins lijfarts geniet hij van het goede leven, maar als het eindelijk doordringt met wat voor een monster hij te maken heeft zoekt hij zijn heil bij de Britse attaché Nigel Stone (een schitterende rol van Simon McBurney). Als Amin er achterkomt dat zijn vrouw iets met Garrigan heeft is zijn wraak nietsontziend. De noodzaak van de daaropvolgende gruwelscènes in een vrouwenziekenhuis is discutabel. De vermaledijde Mel Gibson is met The Passion of the Christ (2004) en Apocalypto (2006) een dubieuze trend begonnen die door Macdonald wordt voortgezet, en hopelijk snel tot het verleden zal behoren. Sensatiebeluste afzichtelijke scènes van verminkingen die geen enkel doel dienen, maar gerechtvaardigd worden door er het etiket historische feiten op te plakken.

Monumentaal maar niet diepgaand

~

Ook des Hollywoods is Macdonalds blockbuster-alternatief voor Garrigans ontsnappingspoging. In Fodens roman gebeurt dit per auto, in de film krijgen we een finale met als backdrop de door Amin ondersteunde PLO-kaping van een Air France toestel vol Israëliërs op vliegveld Entebbe. Om de plotwendingen wat extra ruimte te bieden wordt er tamelijk ongeloofwaardig omgegaan met het gedrag van Amins beulen. Die zijn op het vliegveld aan het martelen en laten plots hun prooi onbewaakt achter om met z’n allen een broodje te gaan nuttigen. Forest Whitakers vertolking van Idi Amin Dada is weliswaar monumentaal, maar verwacht hier geen diepgaand psychologisch portret. Inhoudelijk is zijn rol tamelijk oppervlakkig. De casting van McAvoy als Garrigan is weinig geslaagd. Maar vooral vanwege de onwaarschijnlijke plotwendingen en de volstrekt overbodige gruwelscènes, die een tekort aan echt drama moeten maskeren in het laatste deel van de film, is dit toch een matige productie.

Desondanks is Macdonalds debuut vermakelijk, bij vlagen zelfs spannend en de couleur locale is wonderschoon. Maar ziehier de ellende van het donkere continent weer gereduceerd tot aapjes kijken in een martelmuseum onder het genot van een supersize popcorn en cola. Afrika verdient beter.