De symboliek van het grote niets
.
In de Griekse mythologie is Chaos, of Kaos, het grote niets dat zich naar alle kanten verspreidt, een bodemloos zwart gat waaruit alles voortkomt. Vaak wordt Chaos aangeduid als iets vrouwelijks. Uit de Chaos ontstonden Gaia (de aarde), Eros (de liefde) en Tartaros (de onderwereld). Voor wie de subtekst van Julio Medems Caótica Ana wil begrijpen, is deze informatie geen overbodige luxe. Aan de andere kant blijft er ook zonder kennis van de oude Grieken genoeg symboliek over om de tanden op stuk te bijten.
De achttienjarige Ana (Manuela Vellés) verlaat de grot op Ibiza waarin ze met haar vader, ‘het beest’, heeft geleefd. Een mecenas, gespeeld door een totaal ondoorgrondelijke Charlotte Rampling, biedt haar een kamer aan in een huis vol jonge kunstenaars in Madrid. Hier leert Ana de liefde kennen, in de vorm van de voormalige Saharabewoner Said. Ze heeft het gevoel dat ze Said uit een eerder leven kent. Een hypnotiseur in opleiding, toevallig in de buurt, biedt uitkomst. Al snel blijkt dat Ana er al duizenden verscheurde vrouwenlevens op heeft zitten. Ze is de oervrouw, de godin waaruit alle goede mensen voortkomen.
Het oeuvre van de Spanjaard Julio Medem bestaat uit films waar de dubbele bodems van af druipen. In Los Amantes del Círculo Polar komen twee geliefden via een omtrekkende beweging bij elkaar op een plek waar de zon niet ondergaat. In Lucia y el sexo is er een geheimzinnig gat in het midden van een eiland, waarin mensen lijken te verdwijnen. In Caótica Ana ontbreekt zo’n centrale plek of een terugkerende beweging. Het is, met recht, een chaos, een veelheid aan verhaallijnen die nergens naartoe gaan en nergens toe dienen, behalve tot holle symboliek.
Vorm
De eerder genoemde films werden tot intrigerende meesterwerken door de liefdesverhalen die verschillende betekenissen met elkaar verweefden. In Caótica Ana roept alleen de vorm van de film emotie op. De bezwerende muziek waarmee de hypnoses gepaard gaan bijvoorbeeld. Of de animaties van Ana’s schilderijen, die even kleurrijk als angstaanjagend zijn. Ze hebben, zoals alles in de film, een extra betekenis: Ana’s ‘naïeve kunst’ is in werkelijkheid geschilderd door Medems zus Ana, die in 2001 overleed.
Vanaf de eerste scène is duidelijk dat het totaal niet Medems bedoeling is om er een coherent, realistisch verhaal van te maken. En dus verlopen de dialogen met Ana’s nieuwe vriendin Linda volkomen kunstmatig:“Alle mannen zijn verkrachters.”
“Wat zijn wij dan?”
“Hoeren. Maar ik ben hard op weg om een godin te worden.”
De plaatsen en gebeurtenissen in de film hebben alleen een symbolische betekenis. Zo kan het gebeuren dat Ana zich halverwege de film op een zeilboot naar New York verschanst, om eenmaal aangekomen crêpes te verkopen met een lelijke pruik op haar hoofd. Het zou ook een droom kunnen zijn. Volgens de logica van de nachtmerrie bevindt ze zich uiteindelijk in een hotelkamer met een volgevreten, arrogante Amerikaanse machthebber, die ze eerst verleidt, om hem vervolgens op zijn hoofd te poepen. Zoals gezegd, ook voor wie niet thuis is in de Griekse mythologie valt er genoeg symboliek uit de film te destilleren.