Lachen om de pijn van anderen
De televisieserie is al lang gestopt en vrijwel alle sterren daaruit hebben hun eigen spin-off gekregen, zoals Wild Boys en Viva La Bam. Toch weerhield dat Johnny Knoxville en zijn kornuiten er niet van om een tweede avondvullende Jackass film te maken, die ze niets verhullend Number Two noemden.
Muis
De toon wordt met de eerste act al gezet. De edele delen van een van de heren worden als een muis verkleed en van een touwtje aan de bovenkant voorzien. Johnny Knoxville trekt de ‘muis’ vervolgens als een marionet het terrarium van een slang in, waarna het resultaat wel te raden is. Alle leden van de Jackass-groep komen vervolgens niet meer bij van het lachen en het moet gezegd: het geheel ziet er erg lachwekkend uit.
Vrijwel alle andere stunts hebben een zelfde of zelfs een nog veel hoger oh-nee-doe-dat-alsjeblieft-nietgehalte. Want welke idioot eet er nu paardenstront of drinkt paardensperma? Gegarandeerde kokhalsmomenten zijn het in ieder geval. Ook dit keer wordt er weer flink gebruik gemaakt van dieren; naast de paarden en slangen komen ook haaien, stieren, bijen en een menselijke vis (Steve-O in dit geval) aan bod.Held
Veel leuker zijn de grappen die de jongens met elkaar uithalen. Het grappigste is wel die met een boodschap die fans op de muur van het hotel hebben achtergelaten. De grappen die bijna te ver gaan is een vreemde taxirit met een van de Jackass-heren op de passagiersstoel, en een grap met de genoemde bijen. Dat Bam Margera helemaal niet zo’n held is als hij wil doen voorkomen, is ook op hilarische wijze te zien door een stunt die hem zelfs aan het huilen krijgt.
Voor de liefhebbers is dit tweede deel zeker een goede opvolger. Hoewel het nieuwe er nu wel af is en sommige stunts al eens eerder gedaan zijn, zij het op net een andere manier. Maar toch is het anderhalf uur lang lachen, gieren en brullen om de pijn en angst van anderen. Het blijft vooral leuk omdat alle deelnemers er zichtbaar ontzettend veel lol in hebben, en zien lachen doet nu eenmaal lachen. Net als de vorige keer is er weer extra aandacht besteed aan het laatste, gezamenlijke nummer, dat wel een mooie afsluiting geeft voor het Jackass-tijdperk.