Het einde van originele science fiction?
Het boek Ender’s Game (Orson Scott Card) staat op de leeslijst van Amerikaanse mariniers vanwege de lessen die het bevat over ethiek, leiderschap en militaire tactiek. De filmversie duwt al deze lessen naar de achtergrond om plaats te maken voor special effects en een clichématig verhaal.
In de toekomst wint de aarde ternauwernood een episch gevecht met de Formics, een insectachtig alienras. De volgende 50 jaar doet men er alles aan om klaar te zijn voor de volgende aanval, onder andere door kinderen te trainen tot soldaten en bevelhebbers. De jonge Ender (Asa Butterfield) toont al snel zijn tactisch inzicht en natuurlijk leiderschap, waardoor hij direct wordt geselecteerd om te trainen voor aanvoerder van de complete militaire vloot.
Voorspelbaar en onlogisch
Wel moet gezegd worden dat er goede ethische vragen worden gesteld bij de gedrevenheid van het leger en de rechtvaardiging van hun methodes. Jammer genoeg komen deze vragen maar weinig naar voren en hebben ze, buiten het antagoniseren van de leiding van de georganiseerde strijdmacht, geen functie. De boodschap van de film moge duidelijk zijn: het leger is doorgeslagen in zijn missie en Ender is briljant. In elke scène van de film wordt deze boodschap opnieuw uitgedragen, ook al laat de manier waarop alle wetten van logica en consistentie achterwege. Het belachelijke einde is hier misschien nog wel het meest schuldig aan. Het maakt niet uit wat er moet gebeuren: personages veranderen compleet van standpunt, zinloze concepten worden geïntroduceerd en direct weer vergeten. Daarnaast maakt Ender onnodig risicovolle beslissingen. Alles dient aan te tonen dat Ender de held is die de wereld nodig heeft: de nieuwe Neo.
Onorigineel en ongeïnspireerd
Daar houdt de vergelijking met andere films overigens niet op. In de film duiken meerdere grote en kleine details op, die sterk aan ander werk doen denken. De manier waarop de verwijzingen zijn ingezet en de mate waarin de film erop steunt, suggereren echter eerder ongeïnspireerd kopieerwerk dan een weloverwogen hommage. We zien onder andere verhaalelementen uit Harry Potter en The Hunger Games, trainingen uit Full Metal Jacket en de visuele stijl van Man of Steel, Pacific Rim en Alien voorbijkomen. Overigens zien de effecten er wel erg indrukwekkend uit, vooral de beeldvullende zwermen Formics. Maar het is, wederom, niets wat we nog niet eerder hebben gezien.
De acteerprestaties zijn ook niet uitzonderlijk. De cast bestaat grotendeels uit kinderen die op zich niet slecht spelen, maar ook niet uitblinken. Het is opvallend dat de twee hoofdpersonages veel beter hebben gespeeld in eerdere films van andere regisseurs (Asa Butterfield in Hugo en Hailee Steinfeld in True Grit). Harrison Ford (Star Wars en Indiana Jones) maakt een ontzettend verveelde indruk en Viola Davis (The Help) probeert het beste te maken van haar slecht gedefinieerde personage. De enige acteur die wel weet te overtuigen is Ben Kingsley (Iron Man Three) als Ender’s mentor, ook al ziet hij er compleet bespottelijk uit. Ender’s Game kan er als popcornvermaak nog net mee door, maar heeft verder absoluut niets nieuws te bieden.