Film / Films

Bruce Willis in de snelkookpan

recensie: Hostage

Al tijdens de openingstitels van Hostage grijpt regisseur Florent Siri (de regisseur van twee van de drie Splinter Cell-games en de film Nid de guepes) de kijker bij de keel. In een prachtig vormgegeven, bloedstollend animatiefilmpje volgt de kijker een aantal SWAT-teams dat een huis omsingelt.

~

Met het plaatje van een schreeuwende man begint de werkelijke film. De gillende mafkees dreigt eigen vrouw en kind om te leggen. Vanaf een nabij gelegen dak probeert Jeff Talley (een baardkammende Bruce Willis) van de LAPD met hem te onderhandelen. Maar Talley faalt, zweert nooit meer te werken als onderhandelaar, en laat zich overplaatsen naar Bristo Camino, een klein plaatsje waar nooit iets gebeurt. Althans, dat denkt Talley, want een tijd later moet hij het opnemen tegen drie schoffies, die in zijn buurt een accountant en diens zoon en dochter gijzelen in een villa.

De draad kwijt

~

Op dat moment zitten we vijftien minuten in bioscoop, en dan moet nog blijken dat de accountant banden heeft met de onderwereld en de CIA, dat Talleys eigen gezin ook gegijzeld wordt en dat een van de gijzelnemers een psychopaat is. Wending na wending na wending dus. Maar Siri doseert de informatie prima. Alleen op die momenten dat de plot overduidelijk rammelt, loopt de kijker het risico de draad kwijt te raken. Die momenten zijn, zoals het hoort in een actiefilm, aanwezig, maar schaars.

Hysterisch

Wie deze film gaat zien in de hoop een voorproefje van Die Hard IV te krijgen, komt bedrogen uit. Willis hangt eigenlijk de hele film lang alleen maar met allerhande gespuis aan de telefoon; hij neemt zelf praktisch nooit de wapens op. Daarbij komt dat Willis’ personage wordt gedreven door een zeer Amerikaans soort fanatisme: Jeff Talley is te weinig onderkoeld om de kijker te doen geloven dat hij nog andere karaktereigenschappen heeft naast angst, nervositeit en woede en hij neemt geregeld volslagen hysterische beslissingen, die ieder ander al acht keer zijn baan hadden gekost.

Goodwill

Je wilt wel sympathie voelen, maar in zijn poging alle verwikkelingen geheim te houden (anders vermoorden ‘ze’ zijn gezin), maakt hij het zichzelf af en toe nogal lastig. Zoals wanneer hij een slachtoffer niet naar het ziekenhuis laat vervoeren, omdat hij nog wat vragen wil stellen: met zo’n houding kweek je geen enkele goodwill bij je personeel of de kijkers. En op dezelfde manier is de rol van Ben Foster (bekend van Six Feet Under) moeilijk serieus te nemen. Foster speelt de psychotische Mars Krupchek, een van de drie probleemjongeren, en nog nooit heb ik iemand zo overspannen zien hunkeren naar liefde en compassie.

Kwelgeesten

Toch zit je een uur en veertig minuten bloedzenuwachtig in je stoel. Dat komt vooral doordat, zoals gezegd, Siri de kijker om de oren slaat met meer en meer nieuwe verwikkelingen zonder onduidelijk te worden òf juist alles uit te leggen. En Willis mag nauwelijks geweren vasthouden of oneliners uitspreken, maar de manier waarop zijn personage alle tegenstanders tegen elkaar uitspeelt is zeer vermakelijk. Daar komt nog bij dat je prettig nerveus wordt van Siri’s claustrofobische cinematografie: veel gezwenk met camera’s, dicht op de acteurs, weinig licht. Vooral in de laatste twee scènes, waarin Talley vol overtuiging zijn kwelgeesten over de kling jaagt (toch nog Bruce Willis met pistolen!) komt die onrustbarende vormgeving tot zijn recht.

Het krankzinnige tempo, de constante druk op Talley en de kijker, en de woeste eindscène plus epiloog maken dat ze je de bioscoop uit moeten drágen van uitputting, en daarvoor ga je toch naar de film: ontspanning door inspanning. Het verhaal lees je thuis nog maar eens na.