Kunstmatige toevalligheden

.
“Voor alles is een tijd”. Nejat, een jonge leraar Duits, citeert Goethe tijdens zijn college over Duitse literatuur. Hij is het toonbeeld van een geassimileerde Turk die zijn vader Ali consequent in het Duits te woord staat. Maar als Ali in een vlaag van jaloezie zijn minnares Yeter doodt, is het voor Nejat tijd om naar Turkije te gaan en Yeters dochter op te sporen.
Tezelfdertijd verlangt studente Lotte meer van het leven. Ze zocht ernaar in India, maar vindt het thuis in Bremen als ze de Turkse Ayten ontmoet. Wanneer politiek activiste Ayten (een intense Nurgül Yesilçay) geen asiel krijgt in Duitsland en in een Turkse gevangenis belandt, is het tijd voor Lotte om haar hartstocht te volgen en naar Istanbul af te reizen.
~
Generatieconflicten (geïntensiveerd door de worsteling met loyaliteit aan twee culturen), onrust, het onvermogen tot communiceren, en de dood: Akin levert rauw drama in overvloed. Maar hij houdt het overzicht en schiet nergens uit. Hij laat opnieuw zien inzicht te hebben in deze thema’s zonder ze al te nadrukkelijk aan te snijden en ongeloofwaardig te worden. Dat is een grote verdienste, zeker in vergelijking met de doorgaans stereotype-bevestigende ‘multiculturele’ producties die in Nederland worden gemaakt.
“Ik houd niet van revolutie”
~
“Ik houd niet van revolutie”, citeert Nejat opnieuw Goethe, aan het begin van de film. En uiteindelijk zijn het de lankmoedige Turkse zoon Nejat en Duitse moeder Susanne die ook in figuurlijke zin de overkant halen. Zij overleven, vergeven en reiken elkaar de hand, al is dat niet perse het gevolg van de vele plotwendingen van een misschien wat te omvangrijk verhaal.