Creevy helpt eigen film om zeep

Eran Creevy probeert naar eigen zeggen met zijn tweede film een intelligente actiethriller te maken. Tevergeefs. Het is nu eenmaal niet zo dat elke plotwending een film naar een hoger plan tilt, laat staan iets met intelligentie te maken heeft. Wel wordt de film ongewild per plotwending lachwekkender.
~
Eindelijk wraak
Lewinsky’s knie geneest matig. Nog elke dag wordt hij herinnerd aan het voorval wanneer hij het vocht uit zijn geruïneerde knie moet opzuigen. De getergde Lewinsky is dan ook in alle staten wanneer hij verneemt dat Sternwoods zoon Ruan (Elyes Gabel) met een schotwond is opgenomen in het ziekenhuis. Aartsrivaal Sternwood zal ongetwijfeld terugkeren naar Londen en Lewinsky krijgt eindelijk zijn kans om wraak te nemen.
Lewinsky’s obsessie neemt ernstige vormen aan. Toevallige passanten die enige gelijkenis vertonen met Sternwood worden bedreigd met een pistool, bevelen worden niet opgevolgd en meerdere malen is hij een gevaar voor zijn directe omgeving. Toch wordt hij niet van de zaak gehaald. Hij wil wraak en zijn superieuren geven hem die kans. Aan de andere kant van het spectrum zit Sternwood; de koele, berekenende crimineel waarvan we geen flauw benul hebben wat hij doet. Hij is simpelweg de slechterik die niet wegens zijn eigen intelligentie, maar wegens falende autoriteiten elke keer weet te ontsnappen.
Te gecompliceerd script
~
Neem nu de beschreven achtervolgingsscène waarbij Lewinsky met zijn auto de motoren van Sternwoods bendeleden achterna gaat. Op een gegeven moment verliest Lewinsky de motoren uit het oog. Hij parkeert zijn Alfa Romeo midden op een kruispunt, stapt uit en spitst zijn oren. En ja hoor, in de verte hoort hij het gebulder van de machines en kan hij zijn jacht vervolgen. Deze scène slaat natuurlijk helemaal nergens op – alsof er niemand geluid maakt in Londen – en is bovendien simpel te voorkomen: gewoon zorgen dat Lewinsky de motoren in zicht houdt. Er worden teveel moeilijke constructies bedacht in de hoop een originele actiefilm te maken, waardoor Welcome To The Punch zichzelf tekort doet.
Regisseur en scriptschrijver Ewan Creevy had het bij een gelikte, Britse revenge movie moeten laten – dat was met deze cast ongetwijfeld gelukt. Creevy’s regie is prima en de film blinkt uit in met name de actiescènes, maar Creevy probeert ook de geniale scriptschrijver uit te hangen en gebruikt zoveel plotwendingen dat aartsrivalen uiteindelijk boezemvrienden worden. Zodoende helpt hij zijn eigen film om zeep.