Film / Films

Zeepbel

recensie: The Fountain

Er zitten een paar mooie scènes in The Fountain. De extreme close-ups van Rachel Weisz’ huid die gestreeld wordt door Hugh Jackman bijvoorbeeld zijn zeer teder, evenals de statisch aandoende haartjes op de Boom des Levens. Ook de aftiteling is wonderschoon. Maar even zo vaak zijn de beelden volkomen wanstaltig: Jackman in lotushouding zwevend door de nevel van een stervende ster, dat is alleen maar lachwekkend.

The Fountain is de derde film in acht jaar tijd van Darren Aronofsky, overigens ook de verloofde van Weisz. Met zijn lowbudgetdebuut Pi (1998) had hij ook al een mystiek onderwerp in handen (hij verbond de kabbala met Wall Street) maar dit was buitengewoon intrigerend en origineel vormgegeven. De verbeelding van intense hoofdpijnen en paranoia van de hoofdpersoon van Pi kwamen terug in de hallucinaties door drugs en pillen in Requiem for a Dream (2000), dat alleen narratief iets minder overtuigde. Genoeg reden dus om reikhalzend uit te kijken naar Aronofsky’s nieuwste film, The Fountain.

Het eeuwige leven

~

Ditmaal wil hij iets zeggen over het eeuwige leven. “Maakt de dood ons menselijk, en zouden we door onsterfelijkheid onze menselijkheid verliezen?”, vraagt Aronofsky zich af. Deze filosofische vraag had een interessant project kunnen opleveren, maar het wordt een teleurstelling.

Centraal staat de Bijbelse Boom des Levens, waarvan de sappen het eeuwige leven zouden brengen. Er wordt voortdurend heen en weer geschakeld tussen drie tijdperken. In de zestiende eeuw gaat een conquistador in woest Maya-gebied op zoek naar genoemde boom; in het heden vecht diezelfde man als wetenschapper voor het leven van zijn vrouw (in wie we de koningin uit het vorige tijdperk herkennen, wat een reïncarnatie suggereert); en in een verre toekomst reist hij met boom en al in een soort ruimteschip richting een nevel waar volgens de Maya’s de wedergeboorte zal plaatsvinden. De stervende vrouw uit het heden schrijft een boek over het onderwerp en vraagt haar man het af te maken. Verleden en toekomst kunnen dus ook geïnterpreteerd worden als de fantasieën van de beide hoofdrolspelers, wat gelijk een mooi excuus zou zijn voor de vele plot holes. Is het toeval dat het ruimteschip de vorm heeft van een zeepbel?

De dood accepteren

De boodschap van de film, dat je de dood moet accepteren als onderdeel van het leven en dat je beter tijd met je geliefde kunt doorbrengen voor het te laat is, wordt vooral uitgewerkt in het heden. Hoe liefdevol ook, dit gebeurt erg clichématig. In de Maya-tijd zijn alle elementen van de fantasyfilm te herkennen, maar ik betwijfel of de fans van dit genre (waar ik niet toe behoor) onder de indruk zullen zijn van een lelijke opponent met brandend zwaard. De toekomstbeelden zijn dan weer te tenenkrommend etherisch.

~

Kosten noch moeite zijn gespaard om het verleden en de toekomst weer te geven, maar essentiële elementen als karakterontwikkeling of dialogen komen er bekaaid af. Het lijkt er op alsof Aronofsky zijn ziel aan Hollywood heeft verkocht, zoals zo vaak gebeurt bij vernieuwende jonge filmmakers, maar niets is minder waar. Het concept voor de film is door hemzelf bedacht, hij werkte grotendeels met hetzelfde team als in zijn voorgaande films en gebruikte vooral ‘echte’ special effects in plaats van de alomtegenwoordige computer. Wat de teleurstelling eigenlijk alleen maar groter maakt: je kunt niet eens de machtige producenten de schuld geven.

Nee, wie echt iets zinnigs wil horen over de nadelen van het eeuwige leven, kan beter nog eens de Ballade van de dood van het Klein Orkest beluisteren:

Niemand ging dood, geen mens ging verloren,
maar er werden wel steeds meer baby’s geboren.
Het werd alsmaar drukker, men kreeg het benauwd,
er werden zelfs mensen de zee in gedouwd.
En honderd jaar later was de lol er vanaf
en ging men weer verlangen naar de rust van het graf.