Kitschballet
Een leuk uitje voor de plaatselijke balletschool de komende tijd: de vertoning van Mao’s Last Dancer, naar de autobiografie van topdanser Li Cunxin. Jammer dat de dansers in spé zich door zoveel kitsch moeten heen werken.
Weinig subtiel
Over zijn vlucht naar de vrijheid schreef Cunxin, die inmiddels in Australië woont en in effecten handelt, de populaire autobiografie Mao’s Last Dancer. De verfilming van het boek springt heen en weer in de tijd, tussen zijn jonge jaren in een arm bergdorpje en de cultuurshock als hij stage loopt bij het Houston Ballet. Subtiliteit is daarbij niet het sterkste punt. De Australische regisseur Bruce Beresford (Driving Miss Daisy, Double Jeopardy, ‘Breaker’ Morant) toont communistisch China als louter grauw en onderontwikkeld, terwijl kapitalistisch Amerika barst van de vrijheid en keuzemogelijkheden. In een gênante scène zegt iemand tegen Li dat hij een hekel heeft aan de president. Li kijkt om zich heen en fluistert: ‘Zo meteen hoort iemand je nog!’ Waarop de ander geruststellend zegt: ‘Li, dit is Amerika.’ Li zet grote ogen op.
Ook pijnlijk is dat het steenkolenengels waarmee de danser in de VS arriveert hem wel in staat stelt om ingewikkelde zinnen te verstaan, maar niet om bijvoorbeeld de betekenis van het woord fantastic te begrijpen. De acteurs doen hun best, maar ze worden bedeeld met wel heel soapachtige teksten en dito acties. Gelukkig wordt er ook volop gedanst in de film. Weliswaar komt Li Cunxin zelf niet in beeld, maar zijn vertolker, Chi Cao, maakt ook indruk in de balletten. Jammer dat Beresford het nodig vindt om de meest bijzondere bewegingen in slowmotion af te draaien, zodat de kitsch die toch al snel op de loer ligt bij klassiek ballet voortdurend de boventoon blijft voeren.Aanzwellende violen
Aan het einde van Mao’s Last Dancer ziet Li zijn ouders na vele jaren terug. Het past alleen maar bij de stijl van de film dat het weerzien niet plaatsvindt in de intimiteit van de kleedkamer, maar op het podium, met duizenden toeschouwers die een traantje wegpinken. In een vergelijkbare scène komen Li en zijn vrouw Mary, eveneens danser, uiteindelijk aan in Li’s geboortedorp, waar ze ter plekke een dans uitvoeren. Toevallig heeft Mary haar balletschoentjes al aan. De dorpelingen, arm en onderontwikkeld als ze zijn, weten niet wat ze meemaken. Het is de kitsch ten top, mede dankzij de aanzwellende violen die Li bij zijn levenspad begeleiden. Een paar graadjes minder had het bijzondere verhaal meer recht gedaan.