De macht van het woord
.
Boekverfilmingen zijn populair, evenals films over de Tweede Wereldoorlog. Het was dan ook wachten tot de roman The Book Thief van Markus Zusak omgeschreven zou worden naar een script. De roman staat immers al vier jaar in de bestseller lijst van The New York Times. The Book Thief is bijzonder, de focus ligt in dit verhaal namelijk niet op volwassenen, maar op kinderen. En daarnaast heeft de film als thema… je kunt het al raden: boeken! Brian Percival, bekend van de Britse kostuumdrama Downton Abbey, regisseert de film.
“Maar het boek is beter”, hoor je vaak na afloop van een film. Niet gek, wanneer het boek het origineel is. Als van dit origineel wordt afgeweken, merken de lezers dit direct. In The Book Thief hebben de makers geprobeerd om zo trouw mogelijk aan de roman te blijven. Daardoor is het voor de kenners van het boek een feest van herkenning.Is de film ook beter? Dat niet. De film volgt het verhaal van het boek, maar mist toch een deel van de charme, emotie en grimmigheid. Er wordt regelmatig gesproken over het gebrek aan voedsel en de toenemende honger, maar in de film lijkt, behalve Max, niemand echt verzwakt te zijn. In het boek sluiten Liesel en Rudy zich bij een groep jongeren aan om op zoek te gaan naar eten, dit gegeven mist in de film. Ook het verdriet en de spanning over het constante gevaar waarin ze verkeren, verdwijnt in de film naar de achtergrond.
De acteurs zetten desondanks een goede portrettering van hun personages neer. Rudy bijvoorbeeld, is precies zoals in het boek: een jongen die zich constant vuil maakt om op zijn idool Jesse Owens te lijken. Zijn jongensachtige enthousiasme om een kus te krijgen van zijn buurmeisje Liesel is lief en een bron voor humor. Schnetzer kruipt goed in de rol van Max. Hoewel hij een groot deel van de film bedlegerig is, weet hij de wanhoop en bescheidenheid goed over te brengen.
The Book Thief is vermakelijk, maar mist de diepte die in het boek wel aanwezig is. “Maar… het boek was beter” dus!