A Knight’s Tale
Kataklop kataklop kataklop. Twee ridders geven hun paarden de sporen en stormen op elkaar af. Enkele meters scheiden de twee voordat de impact de houten lansen zal verbrijzelen. Met ingehouden adem wacht het publiek af wie er het beste uit de strijd zal komen. Wie door het tromgeroffel heen luistert kan het briesen van de paarden horen… Middeleeuwse toernooien waren misschien keihard, maar wel spannend.
En dat is precies wat er een beetje ontbreekt aan A Knight’s Tale. Het is namelijk nooit echt spannend wie er gaat winnen. Door de aard van de film aan te voelen zul je eigenlijk nooit verrast worden door de uitslag van een gevecht. En voor een film die riddertoernooien als hoofdthema heeft is dat natuurlijk een gemiste kans.
De film hinkt op drie thema’s. Ergens zitten er enkele feministische knipoogjes in de film verborgen. Een vrouwelijke smid, een progressief denkende jonkvrouw, etc, etc… Echt origineel is dat allemaal niet, en het had dus allemaal gerust weggelaten kunnen worden. Bovendien maakt het romantische plotje
de boel nogal onevenwichtig, zodat feministische geloofwaardigheid al snel ver te zoeken is. (Sommige zinnen die de acteurs uitkramen zijn werkelijk om te schuddebuiken.) Verder is er het idee van de ridder-formule vermengd met moderne stijlelementen als rockmuziek. Dit werkt wel, maar is helaas te schaars gedaan (kijk bijvoorbeeld eens naar Plunket and MacLane, daar is het echt geweldig). En dan zijn er nog de riddergevechten die misschien niet verrassen, maar wel fraai zijn gefilmd. Verder zijn de grappen meestal redelijk getimed, en levert de cast enthousiast werk af. Daarom is A Knight’s Tale toch wel een aardige film geworden, ik heb me in elk geval prima vermaakt.