De troost van een toevluchtsoord
.
Identiteit
Anns echte naam hint al naar de identiteitsproblemen die een rol spelen in haar gedrag. In hoeverre leidt de gereserveerde pianiste een dubbelleven, vraag je je af. Haar verborgen joodse identiteit lijkt te verwijzen naar de onzekere levens van bekende joodse kunstenaars die zich moesten assimileren, maar daarbij een deel van zichzelf opofferden. Anns joodse vader blijkt het gezin ook in de steek te hebben gelaten wegens die druk. Toch is het gissen naar Anns werkelijke motieven. Daarin begeeft de film zich op bekend arthouse-terrein door veel open te laten en vaag te hinten naar oorzaken. Regisseur Benoît Jacquot toont Anns moeder die lijdt aan dementie en heel kort zien we Ann voor het graf staan van iemand die haar achternaam deelt, terwijl ze zacht in haarzelf praat.
Jacquots films hebben vaak een losse structuur, zoals het directe À tout suite, over een meisje dat haar burgerlijke leven plotseling opgeeft voor een onzeker dievenbestaan en zo door Europa trekt. Deze film heeft iets weg van de abrupte impulsiviteit die Ann kenmerkt. Bekenden van het arthousegenre zullen de stijl en de inhoud van Villa Amalia ook makkelijk herkennen en zich misschien afvragen of het ooit wel eens goed gaat met pianisten in dit soort films (denk aan La tourneuse de pages en De battre mon coeur s’est arrêté). Huppert lijkt in haar koele vertolking, die zij tot haar handelsmerk heeft gemaakt, op het personage in La pianiste minus het soms ondraaglijke fysieke masochisme uit die film.Als een psychologisch portret van een onstabiele vrouw heeft de film ook veel voorlopers. Wat vaak opvalt in het genre is dat het behaalde succes van een personage geen garantie is voor geluk. Ondanks de afwezigheid van materiële zorgen worstelen de personages des te meer met zichzelf en hun verleden. Villa Amalia roept dit soort gevoelens op, maar dat je daarbij als kijker de doorzichtigheid van dit soort cinema en zijn conventies ervaart is zeker geen pluspunt.
Bestemming onbekend
De film werkt het beste in zijn overgang naar de vlucht. Ann heeft al haar schepen achter zich verbrand. Ze reist doelloos en haar bestemming is onbekend. De film heeft even geen dialogen, en beelden van Frankrijk, Duitsland en Zwitserland wisselen elkaar af. Hier speelt een ander aspect mee dan de conventies van de arthousefilm. De tocht hanteert cinema als een wensbeeld en het personage als de persoon door wie wij die sensaties ervaren. De kijker is deelgenoot van deze prikkelende reis die niet voor niets eindigt in een zonnig Italië (deels een cliché, maar is het ook niet het land waar veel kunstenaars zoals Rilke tot bekering zijn gekomen?). Daar vindt Ann haar toevluchtsoord, op een berg die uitkijkt over de Middellandse Zee.Hier strandt Jacquot. Ondanks de toevoeging van de knappe Maya Sansa (La meglio gioventù) en Georges die uit Frankrijk op bezoek komt, heeft de film nog weinig richting. Wat overblijft is de gemoedelijke sfeer van de plek. Net als in Luca Guadagnino’s I am Love weet Jacquot dit tastbaar te maken voor de kijker, maar het blijft leeg. Aan het einde van de film heeft Ann een mate van berusting gevonden, maar de verandering in haar leven voelt voorspelbaar en onbevredigend aan. Als kijker voel je je terug bij af en onovertuigd dat de hele tocht die je net hebt aanschouwd een waar doel heeft gehad.