De troost van een toevluchtsoord

.
~
Identiteit
Anns echte naam hint al naar de identiteitsproblemen die een rol spelen in haar gedrag. In hoeverre leidt de gereserveerde pianiste een dubbelleven, vraag je je af. Haar verborgen joodse identiteit lijkt te verwijzen naar de onzekere levens van bekende joodse kunstenaars die zich moesten assimileren, maar daarbij een deel van zichzelf opofferden. Anns joodse vader blijkt het gezin ook in de steek te hebben gelaten wegens die druk. Toch is het gissen naar Anns werkelijke motieven. Daarin begeeft de film zich op bekend arthouse-terrein door veel open te laten en vaag te hinten naar oorzaken. Regisseur Benoît Jacquot toont Anns moeder die lijdt aan dementie en heel kort zien we Ann voor het graf staan van iemand die haar achternaam deelt, terwijl ze zacht in haarzelf praat.
~
Als een psychologisch portret van een onstabiele vrouw heeft de film ook veel voorlopers. Wat vaak opvalt in het genre is dat het behaalde succes van een personage geen garantie is voor geluk. Ondanks de afwezigheid van materiële zorgen worstelen de personages des te meer met zichzelf en hun verleden. Villa Amalia roept dit soort gevoelens op, maar dat je daarbij als kijker de doorzichtigheid van dit soort cinema en zijn conventies ervaart is zeker geen pluspunt.
Bestemming onbekend
~
Hier strandt Jacquot. Ondanks de toevoeging van de knappe Maya Sansa (La meglio gioventù) en Georges die uit Frankrijk op bezoek komt, heeft de film nog weinig richting. Wat overblijft is de gemoedelijke sfeer van de plek. Net als in Luca Guadagnino’s I am Love weet Jacquot dit tastbaar te maken voor de kijker, maar het blijft leeg. Aan het einde van de film heeft Ann een mate van berusting gevonden, maar de verandering in haar leven voelt voorspelbaar en onbevredigend aan. Als kijker voel je je terug bij af en onovertuigd dat de hele tocht die je net hebt aanschouwd een waar doel heeft gehad.