Vermakelijk decor

In augustus 1969 vond het bekendste muziekfestival in de geschiedenis van de westerse wereld plaats. Drie dagen vrede en muziek, of eigenlijk, drie dagen zuipen, drugs, seks en blubber. Wat begon als een festival voor 200.000 betalende bezoekers, groeide uit tot een chaos van meer dan 400.000 toegestroomde hippies.
~
Vreemde keuze
De verfilming van dit gegeven werd het project van Ang Lee. Na de Chinese productie Lust, Caution vond de regisseur het weer tijd om een Amerikaanse film te maken. Taking Woodstock (2009) is gebaseerd op het dagboek van Elliot Tiber, die zelf Lee wist te overtuigen het verhaal te verfilmen. De kleurrijke jaren zestig-hippies en het platteland van New York lenen zich perfect voor het cinematografische talent van Lee. Zijn werk wordt echter verstoord door een vreemde keuze. Waarom wordt er gebruik gemaakt van de schijnbaar willekeurig ingezette split screens? Ze zijn niet alleen storend, maar voegen werkelijk niets toe. Het is vooral artistiekerig gedoe dat geheel ongemotiveerd in de film is geplakt.
~
Karikaturen
Taking Woodstock is een vermakelijke film, maar het verhaal gaat nergens heen. De personages zijn sympathiek, maar komen niet verder dan karikaturen. Het is een mooi geheel met een lach en een traan, maar zo’n historisch muziekfestival heeft veel meer potentie dan alleen een decor voor een coming-of-ageverhaal, waarmee de film zich niet kan onderscheiden van andere films in het genre.