Reis naar Walachije
Twee schoolvrienden die er samen op goed geluk vandoor gaan – op weg naar nergens. Met Tsjik weet de Duitse auteur Herrndorf dit bekende thema binnen het brave en oudbakken genre van de ontwikkelingsroman nieuw leven in te blazen.
Wie thuis is in de roman De Toverberg van Thomas Mann zal zich bij het lezen van het woord ‘mongolenogen’ wellicht de ‘kirgiezenogen’ herinneren van Pribislav Hippe, de klasgenoot van wie Toverbergbezoeker Hans ooit een potlood leende. De ‘mongolenogen’ uit de roman van Wolfgang Herrndorf behoren toe aan de nieuwe jongen in de klas van hoofdpersoon en verteller Maik. De nieuweling maakt dronken zijn entree en heeft een onuitspreekbare Russische achternaam die eindigt op ‘-tsjik’, zodat hij Tsjik gedoopt wordt.
Zoals Hans zijn Pribislav naar de kirgiezenogen keek en op de Toverberg die ogen terugvond in de verleidelijke blik van Clawdia, zo is Maik gefascineerd door de schuinstaande, onverschillige blik van de nieuwe jongen. Tsjik durft wat niemand durft: serieus het gezag trotseren en uitdagen. Ondertussen haalt hij als het hem uitkomt de hoogste cijfers. Op zo iemand kun je verliefd worden – ware het niet dat Maik al verliefd is, op het mooiste meisje van de klas. Maar dat loopt op niets uit.
Ongelijke vriendschap
De vriendschap tussen een schuchtere, onopvallende scholier en een vrijbuiter die zich schijnbaar nergens aan stoort is een bekend thema in de literatuur. Le Grand Meaulnes van Alain-Fournier beschrijft zo’n vriendschap, maar ook in Thomas Manns Dr. Faustus is de onbewust homo-erotische relatie tussen de onzekere, wat dweperige Serenus en de boven het gewone leven staande Adrian een van de hoofdthema’s.
De ongelijkheid in de vriendschap, die bij Mann een voorwaarde en teken is van onuitgesproken verliefdheid, is hier door Herrndorf subtiel opgepakt en geplaatst in de context van een treurige buitenwijk van Berlijn aan het begin van de zomervakantie. Tsjik haalt Maik over om in een gestolen auto op weg te gaan naar Walachije – in het Duits de naam van een niet bestaand land, Nergenshuizen.
Avonturen in een landschap
Omdat Maik niet kan autorijden en Tsjik erop staat het hem te leren, op de verlaten landweggetjes van een uitgestorven, zomers landschap, moeten ze voortdurend oppassen niet betrapt te worden. Maar de volwassenen voor wie ze op hun hoede zijn, blijken meestal aardiger dan ze voor mogelijk hielden en langzamerhand worden ze minder wantrouwig. Niet alleen naar de buitenwereld, ook naar elkaar – de vriendschap wordt steeds hechter. Hoe sterk ze op elkaar zijn ingespeeld wordt weerspiegeld in staccato-dialogen met een kwistig gebruik van schuttingtaal. Toch wordt de lezer geroerd door de kwetsbaarheid achter alle stoerdoenerij.
Het innerlijk traject
Een harde klap en een bekentenis van Tsjik maken een eind aan deze road-movie. Wat de geestig beschreven voorvallen en de karikaturen van de onvermijdelijke gezagsdragers in de ontknoping naar een literair niveau tilt is de genuanceerd vertelde ontwikkeling van Maik. Van een bange scholier die zichzelf als loser betitelde is hij uitgegroeid tot iemand die voor zijn gevoelens durft uit te komen. Hij heeft bovendien leren vertrouwen, en dat vertrouwen wordt – in de allerlaatste alinea’s – niet beschaamd. ‘Walachije’, dat is hij zelf, het onbekende land waar hij pas kan arriveren wanneer hij risico’s heeft durven nemen en zich open heeft gesteld.