Onverschilligheid is de grootste zonde
Hippies in het Rotterdam van de jaren 70. Vrije seks en de sfeer van ‘alles-moet-kunnen’. Uiteindelijk blijkt het niet veel meer te zijn dan een excuus voor volwassenen om hun verantwoordelijkheden niet te nemen, resulterend in egoïsme en verwaarlozing van een overbezorgd kind. Hemelsleutels, het verrassende romandebuut van Tania Heimans vertelt dit verhaal vanuit het perspectief van de zesjarige Linde. Het is – zeker voor een debuut – een gedurfde keuze die niet overal even goed uitpakt, maar die tot het einde blijft boeien.
Hemelsleutels is het romandebuut van Tania Heimans, die zelf ook in het Rotterdam van de jaren 70 opgroeide. Delen van het boek berusten op autobiografische elementen, zoals de vader die kunstschilder en liedjesschrijver is en de figuur van de dementerende oma, die zij in haar dankwoord haar muze noemt.
Machtstrijd
Het verhaal begint de dag na de zesde verjaardag van Linde, dochter van een Rotterdams hippiestel in het midden van de jaren 70. De manisch depressieve moeder maakt een einde aan haar leven door uit het raam te springen. Ze belandt in de tuin tussen de hemelsleutels, die in het verhaal steeds terug zullen keren. Wat ook terug blijft komen in het verhaal is het schuldgevoel dat de kleine Linde met zich meedraagt na de dood van haar moeder, en waardoor ze de bedoelingen van de volwassenen om haar heen steevast verkeerd interpreteert. Zoals de goedbedoelende agent die zich na haar moeders sprong over haar ontfermt:
‘De agent gaat op zijn hurken zitten en kijkt mij aan. Ik weet waarom hij hier is en wat hij wil zeggen: “Waarom heb jij je moeder alleen gelaten meisje? Weet je niet hoe gevaarlijk dat is? Nu zie je wat ervan gekomen is: gesprongen is ze. Ze had wel een been kunnen breken! Dus kom jij maar mee naar het bureau.”‘
Het enige wat de agent uiteindelijk doet, is Linde naar haar kamer sturen. Op deze manier lezen we gedurende een periode van twee jaar mee door de ogen van Linde. Na de dood van haar moeder ontstaat er een machtstrijd tussen haar vader, en haar opa en oma van moeders kant, die Linde bij hen in huis willen nemen. Ondertussen pakt haar vader zijn kunstenaarsleven snel weer op en haalt verschillende vriendinnen in huis, waarbij Linde regelmatig wordt geconfronteerd met hun vrije seksuele moraal. Bovendien maakt de lezer kennis met het wanstaltige figuur Grote Henk, een lilliputter die fungeert als geldschieter voor haar steeds in geldnood verkerende vader en die door Linde totaal verkeerd wordt ingeschat. De enige met wie Linde een goede band weet te onderhouden is haar dementerende oma van vaders kant, bij wie ze in huis wonen. Zij vormt voor Linde een rustpunt en neemt, tussen haar verwarde herinneringen aan het bombardement op Rotterdam door, nog echt de tijd voor Linde.
Neerwaarts
Het idee van het naïeve meisje dat ongemerkt de verloedering om haar heen registreert, heeft natuurlijk een sterk vertederend effect. Maar er is een levensgroot gevaar dat dit in de loop van het boek een trucje wordt. Met name in het eerste deel heeft Heimans moeite om het steeds tragischer wordende verhaal op een pure manier vanuit Linde op te tekenen. De neerwaartse spiraal waarin de vader belandt, de keren dat het seksleven van haar vader op kinderlijke wijze wordt geregistreerd en de betuttelende grootouders gaan al snel geforceerd aandoen. In de visie van Heimans snappen kinderen maar weinig van wat volwassenen uitspoken.
‘Zodra wij de deur achter ons dichtdoen, draait een van hen zich om. “O, o, Henk, stront aan de knikker” zegt hij, terwijl hij het kleine mannetje met zijn elleboog aanstoot. Ik vraag me af waarom mannen in een bar met knikkers spelen en al helemaal waarom daar dan stront aan zit.’
Inderdaad een observatie die kinderen zouden kunnen maken, maar na een tijdje ken je dat grapje wel. Een kind dat, gedurende de twee jaar dat we haar volgen, weinig of geen vorderingen maakt in de manier waarop ze de wereld om haar heen beschouwt, overtuigt in de loop van het verhaal minder en minder.
Het venijn in de staart
Maar het venijn van dit boek zit ‘m in de staart. Op het moment dat Linde na een bijzonder traumatische ervaring in het ziekenhuis terecht komt, kantelt het verhaal weer de goede kant op. Vanaf dat moment wordt de band tussen Linde en haar oma sterker en neemt het verhaal een verrassende wending waardoor een heuse en overtuigende spanningsboog wordt gecreëerd.
Ook de verwaarlozing en eenzaamheid waarin Linde beland doordat haar vader zich steeds egoïstischer en onverschilliger gaat gedragen wordt door Heimans opeens een stuk overtuigender neergezet. Al met al een gedurfd debuut, in een niet voor de hand liggende vorm en met een goed uitgewerkte plot. Het boek is hier en daar wat onevenwichtig en geforceerd geschreven, maar dankzij het sterke einde maakt deze roman van Tania Heimans nieuwsgierig naar haar volgende werk.