Boeken / Fictie

‘Lekker is een gemaksziekte’

recensie: Ronald Giphart - Troost

Koken is een kunst, een goede kok is een kunstenaar. Kunstenaar zijn betekent hartstocht en passie bezitten en dat is altijd een goed ingrediënt voor een boek. Daar komt bij dat kunstenaars vaak diep in hun hart onzeker zijn of ondanks hun succes hunkeren naar meer, of iets anders. Zo ook Art Troost, de kok aan wie de nieuwe roman van Ronald Giphart zijn titel dankt.

Art Troost is een sterrenkok met een eigen kookshow. Dat televisieprogramma wordt opgenomen op een chateau in Normandië, in de keuken van een rivaal. Conflict nummer één. Gasten van het programma zijn deze keer een wulpse actrice en een betweterige filosoof, die al de eerste ochtend bij elkaar in bed worden aangetroffen. De filosoof eist dat zijn slippertje buiten beeld gehouden wordt. Conflict nummer twee. Troost zelf heeft een verbroken liefdesrelatie nog niet verwerkt. Conflict nummer drie en vier, want de bezoekende actrice windt elk manspersoon om haar vingers. Het vijfde conflict is een blokkade van Franse boeren waardoor het chateau zonder eten komt te zitten. Tel daar nog wat andere verwikkelingen bij op en je hebt de ingrediënten voor een ramp zoals die alleen bij Giphart voor kan komen.

Betekenisloos

~

Het voorwerk (Giphart heeft, naar verluidt, de nodige ervaring als chefkok en heeft zich laten voorlichten door Pierre Wind) is zeer gedegen, dat straalt eraf. Niet alleen door te goochelen met termen, maar ook door een subtiel soort liefde voor voedsel ten toon te spreiden, weet Giphart te overtuigen als iemand die weet hoe een keuken werkt. De stijl is vlot en de toon luchtig, de verwikkelingen spannend. En Troost is een typische Giphart: een hoofdpersoon met een grote mond en een klein hartje raakt verstrikt in een kluwen van problemen, conflicten en ruzies en uiteindelijk gaat in een dampende climax alles verkeerd, waarna de hoofdpersoon een loutering doormaakt.

Geen stilte

De personages in Troost zijn bijna allemaal bijzonder gevat en adrem. Dat geeft het boek een vlotte toon, want de spitsvondige opmerkingen en woordgrapjes vliegen je om de oren. En hoewel Troost en de mensen om hem heen goede figuren zouden zijn om een saai feestje op te leuken, word je van al die overdaad aan grappigheid en goedgeplaatste opmerkingen toch behoorlijk moe.

Net als voetbaltrainers, filmregisseurs, schrijvers, hoofdredacteuren, dirigenten, noem maar op, zijn topkoks zonder uitzondering onuitstaanbare egomegalomane lieden die de wijsheid pachten van God, over alles en vooral iedereen een vernietigende mening hebben, elkaar het licht in de ogen niet gunnen en bereid zijn te allen tijde een harde concurrentiestrijd te voeren.

Niemand hoeft ooit langer dan een seconde na te denken over een antwoord, behalve dan af en toe de hoofdpersoon. Niemand stottert en in een gesprek vallen nooit stiltes omdat iemand niet meer weet wat hij moet zeggen. Dat maakt dat de personages in Troost na verloop van tijd aanvoelen als perfect geprogrammeerde robots. Ze lijken leuk en intelligent en interessant, maar wat ze uitkramen heeft geen enkele diepte.

Troost is vooral een lekker boek: vakkundig en snel. Maar, zoals de chef het zelf zegt:

Lekker mag wat mij betreft zo snel mogelijk worden geschrapt uit de voedselencyclopedie. Lekker is een gemaksziekte. Vroeger betekende lekker ‘kieskeurig’ of ‘op goed eten gesteld’, en dat is een betekenis waarmee ik zou kunnen leven. Maar net als het woord ‘leuk’ is het hedendaagse ‘lekker’ afgekalfd en van zijn betekenis ontdaan, en het wordt voornamelijk misbruikt door fabrikanten van inspiratieloze massabagger, en obers van zoveelderangs smaakpapilverkrachters. ‘Was het lekker?’

Hoewel kok Troost meer eist dan het commentaar ‘lekker’, lijkt diens geestelijk vader met het betekenisloze predikaat wel degelijk tevreden. De combinatie van ingrediënten in Troost is goed, maar niet verrassend. De smaak van dit boek is gedegen, maar niet fris. Troost is kortom, alles wat een topkok probeert te vermijden. Een bekend gerecht, klaargemaakt volgens de gebruikelijke manier, opgediend op vertrouwde wijze. Meer dan ‘lekker’ is er niet van maken.