Boeken / Non-fictie

Geen verband met de voorkeurshand

recensie: Rik Smits - Het raadsel van linkshandigheid

.

Linkshandigen zijn dan wel artistieker, ze zijn ook tegendraads, dommer en onhandiger, vaker crimineel, alcoholist, dyslectisch of ronduit geestesgestoord. En natuurlijk gaan linkshandigen jaren eerder dood. Aan negatieve eigenschappen die met linkshandigheid zouden samenhangen is geen gebrek. Smits begint met een uitgebreid overzicht van de culturele beladenheid van links en rechts, zowel in positie, oriëntatie als richting. Geen zijpad blijft daarbij onbewandeld; soms duikt hij diep in de mythologie of geschiedenis, zoals wanneer hij het ontstaan van de begrippen links en rechts in de politiek beschrijft. Ook maakt de auteur uitstapjes naar onder andere China en de Islamitische wereld.

We zijn gewend aan tweedelingen die gekoppeld zijn aan goed en slecht. De indeling in links en rechts vormt daarop geen uitzondering; ze wordt in de meeste culturen gemaakt. Dan komt links er slecht van af, een beetje vergelijkbaar met donker ten opzichte van licht. Het Oosterse yin en yang is een van de weinige tegenstellingen waarvan beide delen niet specifiek goed of slecht zijn.

Kunst

en schrijfrichting

De auteur besteedt veel aandacht aan het gebruik van links en rechts in de beeldende kunst. De duivel wordt linkshandig afgebeeld; God, Jezus en Maria als rechtshandig. En ook de meeste schilders zijn rechtshandig, dus het licht in het atelier komt van links, iets wat we terugzien op schilderijen. Ook bij dubbelportretten speelt de tweedeling een rol: de man kijkt doorgaans naar rechts en de vrouw naar links. Dit zorgt voor krachtige trekken in zijn gezicht en zachtere in dat van haar.

Emoties worden overwegend afgelezen van de linker gezichtshelft (illustratie uit het boek)

Emoties worden overwegend afgelezen van de linker gezichtshelft (illustratie uit het boek)

Ruim aandacht is er ook voor het schrift, letters en karakters in de diverse delen van de wereld. Dit hoofdstuk mist wat paleografische informatie over schrijfgerei en schrijfstof die bepalend waren voor de verschillende richtingen van het schrift, maar de terechte conclusie is dat er op anatomische gronden geen natuurlijke schrijfrichting is. Van daaruit is het voor de auteur een kleine stap naar verschillen in het menselijk lichaam en het gezicht en ten slotte naar de twee hersenhelften. Jarenlang was de opvatting populair dat karaktereigenschappen en talenten te maken hadden met de ligging in een van beide hersenhelften en de nabijheid van het deel in de hersenschors dat de voorkeurshand aanstuurt. Maar het verschil in hersenen van links- en rechtshandigen blijkt een stuk ingewikkelder.

Bakerpraat
De eerdergenoemde verbanden tussen linkshandigheid en kunstzinnigheid, criminaliteit et cetera zijn nooit overtuigend vastgesteld. Smits geeft aan hoe deze verhalen de wereld in zijn gekomen en waarom zulke bakerpraat zo hardnekkig is. Van linkshandigen kan hooguit gezegd worden dat ze gemiddeld iets zelfstandiger zijn, misschien omdat ze zichzelf al vroeg dingen hebben aangeleerd, los van overwegend rechtshandige ouders en in een wereld vol rechtshandige apparaten.

Het raadsel van linkshandigheid is een zeer leesbaar boek, dat ondanks spaarzame bronvermeldingen overtuigend overkomt. Het enige minpunt zijn de ruim vijftig foto’s, die op romandruk te weinig contrast hebben. Een apart fotokatern op ander papier had hier geholpen, maar welke uitgever doet dat nog? Het boek sluit af met de theorieën die zijn aangedragen ter verklaring van de voorkeur voor de linkerhand, die wereldwijd voor zo’n tien procent van de mensen geldt. Slechts enkele van die theorieën, op het gebied van hormonen en genen, blijven enigszins overeind wanneer Smits ze tegen het licht houdt. Maar geen van deze theorieën verklaart waarom tweelingen een grotere kans op linkshandigheid hebben en waarom linkshandige ouders een grotere kans hebben op een tweeling. Het échte raadsel blijft dus voortbestaan, ook nu we de onzinverhalen voorgoed links kunnen laten liggen.