Grote klassieker in modern stripjasje
Uit Groot-Brittanië bereiken ons in Nederland niet zo heel vaak stripboeken en al helemaal geen vertalingen. De Engelse strip staat namelijk algemeen bekend om wat platte lolletjes en ouderwetse kinderverhaaltjes, zoals Bruintje Beer. Dat er wel degelijk diepgang te vinden is in de strip uit dit land dat een grote literaire geschiedenis heeft bewijst Gemma Bovery van striptekenares Posy Simmonds. In een zeer vrije bewerking van Madame Bovary weet ze op eigen wijze een meeslepend verhaal te vertellen.
© Posy Simmonds, Uitgeverij De Harmonie, Amsterdam 2005 |
De naam verraadt het meteen al; Gemma Bovery is heel duidelijk afgeleid van Emma Bovary, de hoofdpersoon uit het boek van Gustave Flaubert. Het verhaal is in grote lijnen hetzelfde als zijn negentiende-eeuwse voorbeeld. Gemma, een succesvolle illustrator, trouwt met de weinig ambitieuze en saaie Charlie Bovery, is snel hun woonplaats Londen zat en beslist dat er naar Normandië verhuisd moet worden. Het platteland van Frankrijk valt echter zwaar tegen en uit verveling begint Gemma een affaire met de jonge adellijke Hervé. Op het moment dat ze met hem een weekendje naar Londen zal gaan breekt hij de relatie af. Hierna komt Gemma opnieuw in aanraking met Patrick Large, haar liefde voordat ze Charlie Bovery trouwde, maar ze ziet snel in dat deze affaire geen vruchten afwerpt. De ontknoping van het verhaal is vergelijkbaar met die van Madame Bovary, maar is wel anders (om het even spannend te houden voor wie dat boek niet kent).
Effectieve vertelwijze
Wat meteen opvalt, is de bijzondere vorm van de strip. Het is namelijk niet een zuivere ‘balloonstrip’, zoals de meeste strips, maar een combinatie tussen getypte tekst, balloonstrips en fragmenten geschreven dagboektekst. Voor deze vorm is gekozen vanwege het vertelperspectief van het verhaal. Het is namelijk de buurman en bakker van de Bovery’s, Raymond Joubert, die het verhaal vertelt aan de hand van de dagboeken van Gemma die hij van Charlie Bovery heeft ‘geleend’ Hij gebruikt daarbij zijn eigen, zelf toegekende belangrijke rol in Gemma’s verhaal als rode draad. De vertelling van Joubert is getypt, de dagboekfragmenten zijn uitgeschreven en de belangrijkste gebeurtenissen worden door middel van stripstrookjes verteld. Een onconventionele benadering die heel effectief is voor dit verhaal. Als je steeds het vertellende hoofd van Joubert had gezien, had dit niks aan het verhaal toegevoegd. Nu kun je goed doorlezen en blijven de belangrijke gebeurtenissen letterlijk op je netvlies gegrift staan.
Bijzondere wendingen en stemmige tekeningen
Posy Simmonds is een door de wol geverfde striptekenares. Ze publiceert al sinds 1969 en Gemma Bovery is bepaald niet haar eerste werk. De tekenstijl is heel volwassen, helemaal ontwikkeld en aangenaam om te zien. De strip is zo te zien vrijwel helemaal in potlood getekend, ondersteund door sporadische inktlijnen en stemmige grijstinten. Door deze werkwijze kunnen zaken als Gemma’s vrijpartijen met meer subtiliteit worden weergegeven door bijvoorbeeld veel zachte lijnen te gebruiken, terwijl sterke emoties of scènes in daglicht harder worden aangezet. De wijze waarop Simmonds een eigen wending heeft gegeven aan het verhaal Madame Bovary is erg ingenieus. Moderne waarden vervangen ouderwetse beelden. Zo is Charlie’s eerste vrouw niet gestorven, maar is hij gescheiden en zijn Gemma’s schuldeisers niet een persoon, maar creditcardmaatschappijen.
Niets op aan te merken?
Gemma Bovery is eerder als honderddelige krantenstrip verschenen in The Guardian, iets wat je bijna niet merkt, de cliff hangers zijn niet overdreven sterk, maar soms zelfs poëtisch. De krantenuitgave verklaart wellicht ook het bijzondere uiterlijk van het boek: het is in een heel langgerekt formaat uitgevoerd. De strip zelf heeft bijna geen minpuntjes, behalve dan dat de ontknoping betreffende Charlie een beetje cliché is. Een van de sporadische dingen die op het boek zijn aan te merken is de prijs, die onverklaarbaar hoog is voor een zwart-wit album. Wat ook jammer is, is dat de vertaler duidelijk te weinig tijd heeft gekregen van de uitgever om dit boek te vertalen. Niet dat het een slechte vertaling is, maar er had meer uitgehaald kunnen worden en dat spreekt van een weinig vooruitziende visie bij dit boek, dat in de Engelse editie al in 1999 uitkwam.