Waarom zou het zo niet gebeurd kunnen zijn?
Dat literatuur gesavoureerd dient te worden, geproefd, herkauwd en vooral aandachtig geconsumeerd, is inmiddels een afgekloven (!) cliché. Dat ook de wereldgeschiedenis in tapas-vorm kan worden opgediend, is nieuw.
Mathijs Deen is journalist. Bovendien is hij presentator van het onvolprezen ‘O.V.T.’ (Onvoltooid Verleden Tijd), het Radio1-programma dat meer dan welke andere uitzending dan ook het zondagochtendgevoel ademt.
Enige voorkennis gewenst
In Brutus heeft honger, het door Thomas Rap bijzonder fraai uitgegeven verhalenbundeltje van Deen, draait het om smakelijke, historische gebeurtenissen. Van de appel uit het Paradijs tot spare-ribs en pizza in het Noorse plaatsje Måløy, 2001. En dan nog een keer appels, om de cirkel van de tijd rond te maken. 44 miniaturen zijn het, van ieder nauwelijks anderhalve pagina. Meer woorden heeft Deen niet nodig om een hele wereld, wat heet, een volledige geschiedenis te schilderen.
Acht verhalen spelen zich af voor de Christelijke jaartelling en in vrijwel ieder verhaaltje laat Deen veel over aan de fantasie en de kennis van zijn lezers. De titels van de verhalen bestaan iedere keer slechts uit de naam van een gerecht of een drank, een plaats van handeling en een jaartal. Niet zelden worden persoonsnamen en verdere historische informatie achterwege gelaten. Google geeft soms uitsluitsel, maar lang niet altijd. Slechts zij die de Griekse mythologie, het Oude en Nieuwe Testament, en de volledige moderne geschiedenis grondig hebben bestudeerd, zullen voortdurend begrijpen waar Deen naar verwijst, en waarom. Vraag: is die voorkennis strikt noodzakelijk om te kunnen genieten van Brutus heeft honger? Antwoord: neen.
Stills
Deen schrijft geen meeslepende verhalen over historische figuren, waarin oorlogsposities, geografische verhoudingen en persoonlijke wetenswaardigheden een centrale rol spelen. De verhalen in Brutus heeft honger zijn stills uit de film van de wereldgeschiedenis, eenvoudige foto’s van de rand van de geschiedschrijving waar de auteur uitstekend op inzoomt. Zijn verhalen zijn als de details op een schilderij – zoals de hond op de Nachtwacht. Wat deed die hond daar? Van wie was hij? Het zijn vragen die Deen oproept, en hier en daar beantwoordt.
Een enkel verhaaltje blijft te zeer steken in beschrijvingen. Naar wat er nu eigenlijk gebeurt in deze verhalen, blijft het gissen. Ook naar wat er in werkelijkheid gebeurd is trouwens, want Brutus heeft honger is fictie. Deen liet zich weliswaar inspireren door historische gebeurtenissen, maar heeft geen enkele waarheidspretentie. Toch blijft er, niet in de laatste plaats door de intrigerende schrijfstijl, voortdurend de suggestie van waarheid.
Fingerfood
Blijft over de lengte van de verhalen. Uit die nauwelijks anderhalve pagina weet Deen het maximale te halen, maar de vraag blijft waarom hij zichzelf deze restrictie oplegt. In der beschrankung zeigt sich der Meister en ‘schrijven is schrappen’, maar het schrappen van Deen komt het begrip van sommige verhalen niet altijd ten goede.
Ook de hoeveelheid verhalen doet wat weinig aan. 44, dat hadden er ook best honderd mogen zijn. De geschiedenis is immers eindeloos, en het verleden is voor schrijvers als Deen altijd onvoltooid. Eenmaal de laatste pagina van Brutus heeft honger omgeslagen, blijft een ietwat hol gevoel over. Alsof er na een hele avond fingerfood eten geen hoofdgerecht meer op tafel komt. Deen houdt zijn lezers nog even hongerig, in afwachting van meer lekkers.