Boeken / Strip

Hong Kong love story

recensie: Hong Kong love story

Hong Kong love story en het vervolg daarop, Ikayaki, zijn erg soortgelijke verhalen. Daarom zullen vele aandachtspunten die we hier aanstippen ook terug te vinden zijn in de recensie van Ikayaki. Zo is er het hyperrealisme van Mark Hendriks. Vrouwen die elkaar naar het leven staan om een kleinigheid, kerels die, weliswaar elk op hun eigen manier en mede afhankelijk van hun seksuele geaardheid, er vooral op gericht zijn hun libidineuze driften te bevredigen.

~

Vooraleer daar een korte schets van te geven, lijkt het me aangewezen op te merken dat in de small-press Ikayaki vóór Hong Kong love story is verschenen, en vermoedelijk ook daarvoor geschreven en getekend is. Vanuit die wetenschap is het verhaal ook beter te lezen als een vervolg op Ikayaki. In omgekeerde volgorde mist men zeker niet de essentie van de verhalen, en blijft het duidelijk gaan om twee episodes uit Tomoyo’s leven, maar men tast een beetje in het ijle wat betreft de verhouding van die twee episodes ten opzichte van elkaar.

‘EO-trut’

Tomoyo lijkt in dit deel een beetje beter haar weg gevonden te hebben, waardoor ze heel wat zelfverzekerder overkomt dan in Ikayaki, in zoverre ze dat nog niet

~

was natuurlijk. Dat uit zich zowel op professioneel als op persoonlijk, of moet ik zeggen seksueel vlak. Ze speelt één van haar eerste meer omvangrijke en ernstige rollen (geen pornofilms of slachtvee voor Japanse superhelden meer), en ontdekt haar biseksuele, hetzij lesbische aard. Of komt dat door het homo-zijn van de acteur waar ze het grootste gedeelte van de opnames een oogje op laat vallen (de Belg)? Ze gooit zich alleszins, in den beginne wellicht eerder onbewust dan bewust, in een onstuimige liefdesrelatie met ‘die EO-trut van een Miyako’. Overigens is alles een beetje pittiger in Hong Kong love story dan in Ikayaki.

Niet alleen engageert ze zich in een lesbische relatie (die zich overigens voornamelijk op het lichamelijke vlak manifesteert), de seksscènes die Mark Hendriks etaleert zijn doorgaans van een meer verregaand karakter dan in Ikayaki. Fugu-seks (?), Tomoyo

~

met een Tamagotchi in …, en als klap op de vuurpijl de drie bladzijden tellende vrijscène tussen Miyako en Tomoyo, allen overtreffen ze, ook al zijn sommigen slechts suggestief getoond, bijvoorbeeld de routineuze snelle wip tussen Tomoyo en Keiji of de ranzige porno-act uit Ikayaki. Echter niet alleen de pikante situaties zijn pittiger. Zo zijn er de oorlogszuchtige confrontaties tussen Tomoyo en het liftmeisje, of de wel erg buitensporige dood van de regisseur (‘see for yourself!’). Natuurlijk brengt al dat ook de humor op een iets ander plan. Ik verwees al naar het karikaturale figuur van ‘Karaoke Jim’, maar ook het strandbezoek van Tomoyo met ‘de Belg’ is zeer de moeite waard.

België

Het komt allemaal clichématig over, maar het is ook een cliché dat de meeste clichés wáár zijn. Het is vooral dat laatste wat Mark Hendriks treffend illustreert. Alle typische situaties die ik zonet geschetst heb, komen, een beroep doende op onze alledaagse mensenkennis, érg realistisch over. Ook de ten tonele gevoerde stereotypen zorgen daarvoor. Ditmaal wordt er o.a. (tot mijn groot plezier) een Belg ten tonele wordt gevoerd in plaats van de Nederlandse familie in ‘Ikayaki’, die, wellicht terecht, wordt afgeschilderd als een modest, teruggetrokken iemand (hoewel men moeilijk kan beweren dat het eigen is aan Belgen homo te zijn!).
Het meest typische en vandaar ook meest lachwekkende aan zijn personage is nog dat iedereen denkt dat hij van ‘een Duitse provincie’ komt. Zelf moet ik inderdaad, wanneer ik in andere landen verkeer, de eerste vreemdeling nog tegenkomen die precies weet waar België ligt, afgezien van al onze buren weliswaar – vandaar mijn dank aan Mark Hendriks, om dat even onder de aandacht van striplezend Nederland en Vlaanderen te brengen.

Karaoke Jim

~

Uitgesproken grappig is het typetje dat de muziek verzorgt op de fuifjes, ‘Karaoke Jim’ (de naam alleen al), en de bijhorende opgeklopte sfeer die zijn entertainment met zich mee brengt. Naar mijn gevoel houdt Hong Kong love story er echter een iets sneller tempo op na dan Ikayaki. Gevallen waarin Hendriks dezelfde sequentie tekeningen herhaalt komen níet voor, personages die eindeloos peinzend voor zich uit turen zelden. Maar dat ligt waarschijnlijk ook voor een deel aan het verhaal.

Of het versnellen van het tempo en het oprekken van de grenzen van humor en verhaal Hong Kong love story nu meer de moeite waard maakt om gelezen te worden dan het vervolg zou ik niet durven zeggen. Je leest beide strips gewoon op een iets andere manier en ze zijn beiden mijns inziens in het Tomoyo-concept evenwaardig. Iets, want het verschil is immers niet zo groot als ik het hier wellicht laat uitschijnen. Vandaar ook de eerste zin van deze recensie: in principe kan de recensie van dit album integraal overgenomen worden voor het album ‘Ikayaki’.

Meer strips en recensies lees je op:

~