Boeken / Strip

Stripmakers die durven te experimenteren

recensie: Marcel Ruijters – Troglodytes / Hendrik J. Vos – Edelpulp

Hoe klein de Nederlandse stripwereld ook is, variatie is er genoeg. Als je laagdrempelig vermaak wilt, lees je lekker Donald Duck, als je zin hebt in iets avontuurlijks koop je Franka, en als je ineens verlangt naar wat absurde humor pak je Dirk-Jan. Maar als je nou helemaal geen behoefte hebt aan dit soort strips? Dan is er ineens veel minder keuze, vooral omdat literaire strips niet zo goed verkopen als de populaire series. Gelukkig zijn ook auteurs die daar niet voor terugdeinzen en er lustig op los durven te experimenteren. Zo ook Marcel Ruijters en Hendrik J. Vos, die beiden onlangs weer een nieuw album aan hun respectabele oeuvres konden toevoegen.

Marcel Ruijters – Troglodytes 3: Vox Insana

Het grootste gedeelte van Marcel Ruijters’ oeuvre bestaat uit small-press strips die hij tussen 1988 en 2002 in eigen beheer uitgaf. Nu is er niets mis met small-press strips, maar ze hebben wel één groot nadeel: bekend word je er meestal niet door, hoe goed ze ook zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de gemiddelde striplezer pas rond 2005 voor het eerst van Marcel Ruijters hoorde. Toen verscheen zijn alom geprezen Sine Qua Non, een voor zijn doen zeer toegankelijk boek rond een groepje nonnen in de middeleeuwen. Dit album verscheen niet in eigen beheer maar bij kwaliteitsuitgeverij Oog & Blik, waar enkele jaren eerder ook al werk van hem was verschenen: Troglodytes. In deze tekstloze serie konden de lezers de zogenaamde Troglodytes volgen, een mensachtige diersoort, die in tegenstelling tot de Homo Sapiens niet uit de grotten en holen is weggetrokken, maar zich juist dieper de grond in heeft gegraven. Overigens is hun naam niet willekeurig gekozen. Zowel het Latijnse troglodyta als het Griekse τρωγλοδύτης (troglodutes) betekent iets als ‘mensen die in grotten/holen wonen’. Onlangs verscheen het derde deel van deze serie, Vox Insana.

~

Het ontbreken van tekst in Troglodytes is zowel het sterkste punt als de grootste zwakte. De tekeningen worden er veel intenser door, deels omdat Ruijters er alles mee moet vertellen en deels omdat je als lezer plotseling veel meer oog voor detail hebt. Het verhaal is echter minder goed te volgen dan dat van de gemiddelde strip: als je niet oppast lees je Troglodytes vliegensvlug uit zonder ook maar iets mee te krijgen van wat er nu eigenlijk wordt bedoeld. En ook als je wél rustig leest en alles goed probeert te interpreteren, loop je het risico dat je een heel ander verhaal leest dan Ruijters van oorsprong in gedachten had. Opzich heeft zo’n eigen interpretatie ook wel weer iets speciaals, maar uit interviews met de auteur blijkt dat hij wel degelijk een heel scherp idee had van wat hij de lezer wilde laten begrijpen. Nu pleit het voor de auteur dat je als lezer niet alles op een dienblaadje gepresenteerd krijgt, maar het lijkt erop dat Ruijters in dit geval of zijn eigen duidelijkheid of het interpretatievermogen van de lezer overschat heeft. Het is dan ook aan te raden om bij lezing eerst even wat vooronderzoek te doen, zodat je het album daadwerkelijk kan lezen zoals je het zou moeten lezen. Want dan is het meer dan de moeite waard.

Hendrik J. Vos – Edelpulpreeks 2: Gorgon de Verzengende

Hendrik J. Vos vergaarde in de jaren ’70 en ’80 bekendheid in de stripwereld door te publiceren in bladen als Titanic, Wordt Vervolgd en De Vrije Balloen, evenals door het oprichten van zijn eigen blad Krypton, dat het vier nummers volhield. Samen met scenarist Martin Lodewijk, bekend van Agent 327 en Storm, probeerde hij in 1980 de pulpreeks De Kat nieuw leven in te blazen, maar dit project kende niet het gewenste succes. Na deze actieve periode bleef het – afgezien van de uitgave van de bundel De Prins van de Paardenkop in 1999 – lang stil rond Vos, tot in 2006 het eerste deel van de door hemzelf opgestarte en uitgegeven Edelpulp Reeks verscheen: De Kat in de Karpaten, een bundeling van vier korte verhalen die hij in de loop van zijn carrière maakte. De bedoeling was om elk jaar een nieuw deel van de reeks te presenteren, en met Gorgon de Verzengende is ook 2007 ondertussen voorzien.

~

Gorgon de Verzengende bundelt in totaal negen korte verhalen, wederom vooral oud werk dat – al dan niet opnieuw – ingekleurd is. Het zijn stuk voor stuk komische verhalen met een absurd uitgangspunt, waarbij vooral sciencefiction een prominente rol heeft gekregen: slechts twee van de negen verhalen hebben hier geen link mee. Hierdoor is de bundeling ondanks de steeds losstaande verhalen een redelijk samenhangend geheel geworden, net als het eerste deel uit de serie, dat meer van een horrorachtige thematiek uit ging.

Minder consistent dan de thematiek is Vos’ tekenstijl. De lijnvoering switcht per verhaal tussen tamelijk gedetailleerd en tamelijk grof, waarbij vooral de verhalen rond Castor de ruimtepionier erg simpel ogen. Overigens wordt de bundel daar absoluut niet minder leesbaar door. Het geeft juist een interessant beeld van hoe Vos zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld als tekenaar. De gedetailleerder getekende verhalen onderscheiden zich ook qua scenario van de vroege verhalen. Vos neemt in dit latere werk meer de tijd om zijn verhalen te vertellen, wat ze een stuk leuker maakt dan de simpele Castor-gags. Vooral het titelverhaal springt er wat dat betreft positief uit, al is de rest ook zeker de moeite waard.