Helder Amerikaans
Een boek lezen en de stem van de auteur al kennen, dat is toch wel een van de voordelen van televisie. In het geval van de mediagenieke Maarten van Rossem brengt die stem een gezellig pruttelend geluid voort dat vooral goed van pas komt bij mooie zinnen met woorden als ‘mateloos’, ‘erbarmelijk’ en ‘waanzinnig’.
In Van Rossems nieuwe boek In Amerika zijn artikelen gebundeld die eerder zijn gepubliceerd in dagbladen en (historische) tijdschriften. In dit boek vormen ze een doorlopend geheel. Het begint met een heldere uiteenzetting van de geschiedenis van de Amerikaanse buitenlandpolitiek. Van de brandbommen op Japan, via de ontwikkeling van de atoombom tot en met Reagan, Gorbatsjov en het einde van de Koude Oorlog.
Je zou kunnen denken dat zo’n ‘historisch perspectief’ ervoor dient om te zorgen dat het schrijfwerkje niet te dun wordt, maar het is een interessante analyse. Bovendien is de terugblik zinvol, omdat Van Rossem verderop succesvol betoogt dat Amerika nog steeds gevangenzit in het denkpatroon van de Koude Oorlog, waarin zelfoverschatting en angst overheersen. Dat patroon wordt gecultiveerd door beide politieke zijden in Washington DC, maar ook door de Amerikaanse pers en de Europese bondgenoten, ja zelfs door de voormalige Sovjet-Unie.
Betere president
Na de terugblik volgt een reeks korte losstaande hoofdstukken van hooguit vier pagina’s waarin alle aspecten van de moderne Amerikaanse samenleving in grote lijnen, maar deskundig aan bod komen: religie, racisme, vuurwapens, gezondheidszorg, politiek, onderwijs, ruimtevaart en natuurlijk de auto-industrie. Een paar kleine doublures daargelaten leest het boek chronologisch, van de laatste blunders van George W. Bush, de voorverkiezingen van de Democraten tot en met de eerste honderd dagen van Obama. Dit kan soms verwarrend zijn, want als Van Rossem op bladzijde 138 schrijft dat ‘Hillary Clinton in ieder geval een betere president zou zijn dan de huidige brokkenpiloot’, is dat misschien even schrikken, totdat je beseft dat hij Bush bedoelt.
Toekomst
Het boek sluit af met een hoofdstuk over de afbrokkelende positie van Amerika in de wereld van de wetenschap. Dat is een belangrijke en tegelijkertijd zorgwekkende tendens, omdat de VS haar militaire overwicht mede dankt aan technische innovaties. Steeds minder Amerikanen kiezen voor een wetenschappelijke opleiding en een carrière in het onderzoek. Tegelijkertijd besluiten buitenlandse studenten en universiteitsmedewerkers steeds vaker om op een bepaald moment terug te keren naar hun vaderland. Tot slot is daar de opkomst van Azië in de wereld van de patenten. Azië, met name China, komt in dit boek trouwens regelmatig om de hoek kijken wanneer het gaat om een eventuele toekomstige bedreiging van de economische en militaire hegemonie van de VS.
De lezer die al jaren geïnteresseerd is in Amerika, zal in dit boek veel bekends tegenkomen. Dan is de kijk van Van Rossem toch een welkome bijdrage. Hij geeft een overzichtelijke beschrijving van de jongste geschiedenis en een analyse van de huidige stand van zaken. Om diezelfde redenen heeft iemand die zich voor het eerst in de VS verdiept ook een goede aan dit boek. Van Rossem laat wel merken dat hij blij is met Obama en geen goed woord over heeft voor de conservatieve Republikeinen in Washington, maar dat maakt het boek voor de meeste Nederlanders alleen maar leesbaarder.