Staalkaart van de beste gedichten
Gedichtendag en uitreiking van de VSB Poëzieprijs zijn voortaan eind januari op elkaar betrokken. Zo kunnen de spotlichten gerichter stralen. Naar de prijs hebben, schrik niet, 159 bundels gedongen. Daaruit heeft Maaike Meijer De 100 beste gedichten gepuurd. Het lidwoord heeft net iets te veel pretentie.
De 100 beste gedichten gepuurd. Het lidwoord heeft net iets te veel pretentie.
Ze juicht dat in de onafzienbaarheid van de meedingende poëzie de kwaliteit hoog is. Het lot zal je maar getroffen hebben in de vijfkoppige jury te zitten: die nomineerde vijf bundels. Dan had Meijer, juryvoorzitter overigens, het makkelijker: zij selecteerde op persoonlijke titel 43 dichters, inclusief de genomineerden. Toch nog een afval van 116 dichters. Let wel: allemaal dichters die een uitgever hadden gevonden. En dat terwijl er zich zo weinig kopers melden. Als we de keuze van de bloemlezing volgen, mogen zeventien uitgeverijen niet mopperen. Querido wint met zeven bundels, waarvan ook nog eens twee zijn genomineerd voor de prijs. De Arbeiderspers scoort met vijf bundels ook niet beroerd, maar telt geen genomineerde.
Diversiteit
Al met geloken ogen is er een grote diversiteit in de bundel te signaleren. Ook de individuele dichter veroorlooft zich uiteenlopende dichtvormen: al dan niet op rijm, geinig of bloedernstig, toegankelijk of hermetisch – alles kan en alles mag. Kunst is een vrijstaat in optima forma. Dichtersscholen die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden, zijn inmiddels literatuurgeschiedenis. Niet dat alle dichters tegenwoordig vriendjes zijn: op voorleesavondjes en in onderlinge recensies vind je nog wel eens sporen van ouderwetse afkeer. Verdraagzaamheid is ook in poesis niet grenzeloos. Maar goed dat Meijer geen dichteres is en appeltjes te schillen heeft.
Om haar dichters niet op één grote hoop te dumpen, onderscheidt Meijer zes soorten. Hoewel ze bijna allemaal meersoortig zijn: de klassieke dichter (Charles Ducal in zijn dooie eentje), hermetici, levensdichters (over ouderdom, jeugd, ontrouw), min of meer verhalende prozadichters, beelddichters annex performers en de vrolijke vitalisten. Meijer ziet een neovitalistische periode op aanbreken staan. Zou goed kunnen: het merendeel van de gedichten heeft iets speels; zwaar op de hand zijn enkelingen.
Winnaar
Wie van Armando, Paul Bogaert, Eva Cox, Kreek Daey Ouwens en Henk van der Waal gaat er met de buit van 25.000 euro vandoor? Als het aan Meijer ligt, is Ouwens de dolgelukkige: van haar koos ze het hoogste aantal verzen. Waarom? Bij zo veel kwaliteit zijn de argumenten kneedbaar naar welke genomineerde dan ook. Een soort taalspelletje als het ware. De bloemlezing is echt een grasduinbundel, een staalkaart van wat in de uitgeverswereld doorgaat voor poëzie die gelezen zou moeten worden. Een blinkend topje van een gigantische ijsberg.