Van doorleefde ervaring naar korte kick
De moderne mens is op zoek naar steeds nieuwe ‘kicks’, als hij bungeejumpt, skiet of porno bekijkt. Authentieke ervaringen kent hij echter niet meer. In Archeologie van de kick onderzoekt filosoof Lieven de Cauter de historische achtergrond van de moderne ervaringsarmoede, want vroeger was het anders.
Het gaat hier om een heruitgave van een boek uit 1995, uitgebreid en hier en daar geactualiseerd. In negen artikelen beschrijft De Cauter schijnbaar uiteenlopende fenomenen als de vliegmachineontwerpen van Leonardo da Vinci, frivoliteit, de negentiende-eeuwse wereldtentoonstellingen en modern toerisme. De noemer waaronder hij alles schaart is ‘ervaringshonger’, het verlangen naar belevenissen. De gegoede burgerij in de negentiende eeuw had daar voor het eerst mee te maken. Die verveelde zich volgens De Cauter te pletter en ging op zoek naar vervangende belevenissen. In de twintigste eeuw heeft die tendens zich uitgebreid naar alle sociale lagen in de Westerse landen. De doorleefde ervaringen die voortkwamen uit het leven zelf, werden vervangen door oppervlakkig vermaak, entertainment en de behoefte aan ‘lustvolle schokervaringen’, oftewel kicks, zoals die beleefd worden bij allerlei snelheidssporten.
Vluchtig vermaak
De Cauter schetst een historische ontwikkeling die begint bij de diepdoorvoelde en in het leven ingebedde ervaringen en uitmondt in hedendaags oppervlakkig vermaak. Dat geldt bijvoorbeeld bij het fenomeen van de wereldtentoonstellingen, waarbij de stand van wetenschap, kunsten en nijverheid in grote evenementen aan het publiek getoond werd. Bij de vroege edities in bijvoorbeeld Londen (1851) in het Crystal Palace, was er sprake van een ‘panoramische extase’ bij het aanschouwen van de overweldigende hoeveelheid producten en objecten. Het publiek nam kennis van de stand van wetenschap, techniek en kunsten op dat moment. In de jaren verwerden de wereldtentoonstellingen echter tot uit de kluiten gegroeide kermissen, waarbij attracties een belangrijker rol kregen en het publiek betekenisloos tijdverdrijf vond.
De auteur gaat soms wel gemakkelijk uit van bepaalde premissen. Bijvoorbeeld dat de gegoede burger in de negentiende eeuw verveeld zou zijn: ‘Deze ervaringsarmoede werd vooral scherp gevoeld door de nietsdoende klasse. De onafzienbare hoeveelheid aan mogelijke genietingen en belevenissen die de moderne wereld door kranten, wereldtentoonstellingen en warenhuizen onder ogen bracht, leverde een soort geblaseerdheid op.’ De Cauter doet geen poging om te bepalen hoe wijdverbreid die geblaseerdheid was. Het zou voor een kleine minderheid gegolden kunnen hebben, terwijl de meerderheid geoccupeerd was met ziekte, dood, ambitie, geldzorgen en ander ongemak.
Walter Benjamin
Het denkwerk van De Cauter is sterk geënt op de opvattingen van de filosoof Walter Benjamin. Die stelde dat de ware ervaring een onbewust en collectief element veronderstelt. De Cauters toevoeging bestaat er voor een groot deel uit dat te illustreren en voorts aan te tonen dat het collectieve element in de huidige ervaringshonger ontbreekt. Ook grijpt hij graag terug op freudiaanse verklaringen. Zo brengt hij de niet-functionerende vliegmachines die Leonard da Vinci ontwierp in verband met diens vermeende impotentie. Het verlangen te kunnen vliegen staat dan voor het verlangen naar seksuele voldoening, en de vliegmachine is op te vatten als een vervangende penis.
Bezwaar is dat het redeneren altijd stopt waar Freuds fallussymbolen, castratieangst, penisnijd en wat niet meer uit de kast worden gehaald. Het blijft een oncontroleerbaar eindpunt in ieder betoog. Het is opvallend dat het ook juist in die opstellen de Cauter overmatig filosofisch jargon hanteert en de artikelen voor de niet-filosoof lastiger te doorgronden worden. Dat neemt niet weg dat nagenoeg alle artikelen origineel en prikkelend zijn. De auteur weet zeer uiteenlopende fenomenen in een zinnig verband te zetten. Daarvan geeft hij vaak eigengereide historische overzichten, die op zich al de moeite waard zijn.