Bizarre Braziliaanse levensverhalen
.
João Ubaldo Ribeiro wordt geboren in de Braziliaanse staat Bahia in 1941 en groeit op in Aracajú, ten noorden van zijn geboorteplaats. Als kind leest hij aan een stuk door, min of meer gedwongen door zijn vader die zijn kinderen niet ongeletterd wil zien opgroeien. De enorme hoeveelheid boeken die hij in die tijd leest, vormt de basis voor zijn latere romans. In zijn geboortestaat studeert de jonge Ribeiro rechten en werkt een aantal jaar als journalist. Ook geeft hij les aan universiteiten in Amerika en Brazilië. In 1968 komt zijn eerste boek uit, maar in 1984 breekt hij internationaal door met de roman Brazilië, Brazilië. Tien jaar later voegt hij zich bij de ‘Academia Brasileira de Letras’, de hoogst mogelijke onderscheiding voor een schrijver uit Brazilië.
Brazilië 1930 – 1985
Ribeiro’s monologen spelen zich af in het Brazilië van de vorige eeuw. In 1930 grijpt het leger de macht. Getúlio Vargas wordt door het leger naar voren geschoven en benoemt zichzelf tot dictator. Vijftien jaar duurt zijn bewind, maar aan het einde van de Tweede Wereld Oorlog ziet Vargas in dat ook zijn alleenheerschappij ten einde is, zijn economische successen ten spijt. In de jaren daarna gaat het slechter met het land. De armoede neemt toe en in 1964 is een tweede militaire coup een feit. De dictatuur die volgt is harder en wreder dan de vorige en de armoede in het land stijgt. Dit woelige politieke decor is de periode waarin de verhalen uit de Braziliaanse Monologen zich afspelen.
Drie monologen
In het eerste boek, Sergeant Getúlio, moet de gelijknamige sergeant een politiek gevangene naar Aracajú vervoeren. De enige eis van zijn opdrachtgever is dat de man levend aankomt, en de ongeletterde Getúlio is vastbesloten die taak te volbrengen. Ieder teken van weerstand drukt hij hardhandig de kop in, waarbij hij het trekken van tanden en het uitdelen van klappen niet schuwt. Wanneer halverwege de tocht zijn opdracht wordt afgeblazen, weigert hij daar gehoor aan te geven. Hij vermoordt de boodschapper en zal koste wat kost de man naar Aracajú brengen.
In het tweede boek, Het Huis Van De Gelukkige Boeddha’s, vertelt een vrouw haar seksuele geschiedenis. De vrouw heeft een dodelijke ziekte onder de leden en kan ieder moment sterven, maar daarvoor wil zij haar verhaal kwijt. Haar verleden blijkt vol van minnaars, minnaressen, drugs en machtsmisbruik. Toch betreurt ze niets van wat er is gebeurd en pleit voor meer openheid over seksualiteit.
Vanuit zijn vuurtoren ‘Lucifer’ vertelt een ex-pastoor in het derde en laatste boek, Bericht uit de vuurtoren, zijn levensverhaal. Als kind wordt hij door zijn vader mishandeld en als zijn moeder door hem wordt vermoord, besluit hij zijn leven lang slecht te doen. Hij manipuleert zich door zijn opleiding voor priester heen en wreekt zich buiten proportioneel op iedereen die hem in de weg staat. Uiteindelijk ontpopt hij zich tot een wrede, gewetenloze man, die nog maar twee doelen heeft: zijn jeugdliefde en zijn vader vermoorden.
Bloed
In de boeken van de Braziliaanse Monologen is telkens maar één persoon aan het woord. Ieder met zijn eigen accent, waardoor Ribeiro’s schrijfstijl in elke roman anders is. Zijn boeken lezen gemakkelijk weg, al geldt dat voor Sergeant Getúlio in mindere mate vanwege het hysterische karakter van de sergeant. In de andere twee delen van deze gebundelde uitgave bemerk je bijna niet meer dat er maar één persoon aan het woord is. En door de vele details die Ribeiro gebruikt, zit je werkelijk naast Getúlio in de auto op een zweterige dag; kijk je toe hoe de vrouw uit Het Huis Van De Gelukkige Boeddha’s met haar broer vrijt; en proef je het bloed op de lippen van de priester nadat zijn vader hem sloeg.
Ribeiro is een rasverteller die precies weet welke details nodig zijn om de lezer het verhaal te kunnen laten proeven, ruiken en voelen. Al zijn de zinnen lang en de constructies soms ingewikkeld, de drie boeken zijn zo spannend dat je de bundel van 600 bladzijden uit hebt voor je goed en wel bent begonnen. Daarnaast leer je tijdens het lezen veel over de geschiedenis van Brazilië, des te meer door de voetnoten die door vertaler Harry Lemmens zijn toegevoegd. Diezelfde vertaler heeft gelukkig nog meer werk van Ribeiro vertaald.