Boeken / Fictie

Tussen verachting en bewondering

recensie: Jenny Diski (vert. Inge Kok) - De dochter van Montaigne

Ook de grootste schrijvers hebben iemand nodig die zorgt dat hun werk bewaard blijft. Bewaard door de ideeën ervan levend te houden en door herdrukken op de markt te brengen. Dat Montaigne nog steeds beroemd is vanwege zijn Essays (eerste editie 1575) dankt hij aan Marie de Gournay, die zijn pleitbezorger en kwelgeest werd. Jenny Diski schreef over deze ‘dochter van de Renaissance’ de roman De dochter van Montaigne.

Marie de Gournay is een merkwaardig personage: je moet haar wel verachten en bewonderen tegelijkertijd. Steeds kiest ze haar eigen weg, ze laat zich door niemand de les lezen. Die koppigheid is mooi in haar feministische streven naar een onafhankelijk bestaan, en ronduit onverdraaglijk als ze bijvoorbeeld een tekstpassage in de Essays aanpast, omdat zij beter denkt te begrijpen wat Montaigne bedoelde dan hijzelf.

Gevloerd
Voor een vrouw uit een gegoede, maar door oorlogen en machtswisselingen verarmde familie zijn er in de zestiende eeuw niet veel opties: een goede partij aan de haak slaan of het klooster in. Marie ambieert echter het intellectuele, schrijvende leven dat alleen voor mannen is weggelegd en ijvert voor gelijkheid van de seksen (‘Niets lijkt zo op een kater op de vensterbank als een poes’). En ze flikt het hem; ze leert zichzelf lezen, herkent de grootheid van Montaigne en tegen elke verwachting in – ook van de lezer – bouwt ze het leven op waar ze als kind naar verlangde. Een droombestaan is dat leven allerminst.

Als meisje leert ze het werk van Montaigne kennen. Het slaat bij haar in als een bom, dagen, weken, maanden is ze er letterlijk door gevloerd. Eigenlijk komt ze deze schok der herkenning nooit meer te boven. Ontwikkelen doet ze zich daarna niet meer, hoogstens raakt ze verbitterd. Marie verkrampt in het waanidee dat zij en zij alleen de ware hoeder en opvolger van de uitvinder van het essay is.

 

Door elk woord dat ze las, door elk essay dat ze uit had, kwam ze dichter bij de schepper ervan, tot ze uiteindelijk het gevoel had dat ze die buitengewoon uitzonderlijke geest werkelijk was binnengegaan, dat hij haar binnen had genood, omdat zij als enige in staat was volledig te begrijpen hoe geweldig het was wat hij had gedaan, en dat hij haar had toegestaan om te ervaren hoe het moest zijn om zo’n ziel te bezitten.

 

Alliantie
Het moet gezegd dat Montaigne voor een groot deel zelf verantwoordelijk is voor de hysterische ‘alliantie’ met Marie (een klassiek geval van ‘geef een vinger en ze neemt de hele hand’). Uit ijdelheid zoekt hij zijn jeugdige bewonderaarster op en hij laat zich door haar inpakken, ook al is hij zwaar teleurgesteld in haar uiterlijk. Om van haar af te zijn, noemt hij haar zijn ‘fille d’alliance‘ – een soort adoptiedochter van de geest – en daarmee schenkt hij Marie genoeg munitie om de rest van haar leven verschrikkelijke lappen tekst en een onbegrijpelijke ijdeltuiterij op de wereld af te vuren.

Marie leeft tegen de klippen op, mislukking volgt op mislukking. Ze is onuitstaanbaar in haar zelfingenomenheid en de jonge mannen van de Parijse intelligentsia lachen haar uit en halen fratsen met haar uit. Begrijpelijk. Ze wil niet accepteren dat ze zelf niet het talent van een Montaigne bezit, dat haar stijl smakeloos is en haar inzichten saai. Eerst hoop je nog dat ze het kan: een eigen, vrouwelijke stem ontwikkelen. Het had er misschien ook wel ingezeten, als ze zich niet vanaf haar achttiende blind had gestaard op Montaigne.

Paradox
Opgesloten in zichzelf heeft ze geen oog voor de buitenwereld. Ze creëert haar eigen universum, met zichzelf en Montaigne als om elkaar heen cirkelende dubbelsterren. De rest van de wereld heeft ze niet nodig, denkt ze, hoewel haar doel nu juist is om iemand van betekenis in die wereld te worden. Het is tekenend voor het gebrek aan reflectie bij Marie dat ze het paradoxale van haar ideaal niet doorziet.

Hoe kan het dat zij toch de grootheid van Montaigne heeft gezien, die meester van zelfkennis en relativering? Hoe ver had ze het kunnen brengen als haar ontwikkeling niet was gestuit door de ontmoeting met de tweedelige editie van de Essays? En had de wereld dan misschien die Essays moeten missen? Raadsels die onopgelost blijven. Geeft niet. Juist die raadselachtigheid maakt De dochter van Montaigne tot een intrigerende roman.