Boeken / Fictie

Narratorisch kunstje

recensie: Javier Marías (vert. Aline Glastra van Loon) - Aller zielen

Marías trekt een koude, glazen wand op tussen verteller en lezer. De hoofdpersoon observeert en intellectueert en is slechts een toeschouwer van zijn eigen verhaal.

Javier Marías is in Nederland vooral bekend om het in 2012 verschenen De verliefden. De auteur heeft in thuisland Spanje de nodige literaire prijzen gewonnen en wordt naar voren geduwd als kandidaat voor de prijs der prijzen: de Nobelprijs voor literatuur. Tot het wellicht zover is moet de auteur het doen met deze eervolle vermeldingen.

Bestaan
Een jonge Spaanse professor gaat gastdoceren aan het predigieuze Oxford University. De narrator slaat zijn vakgenoten en studenten gade, verwondert zich over de ongebruikelijke regels en tradities van de Oxfordiaanse cultuur, en begint een affaire met een getrouwde collega. Er valt weinig over de plot uiteen te zetten, wat ogenblikkelijk het verhaal categoriseert: veel beschrijvingen, vraagstukken en hersenspinsels, die geen urgentie lijken te hebben en geen andere functie dragen dan het portretteren van een bestaan.

Een bestaan dat niet alledaags is; slechts een handjevol intellectuelen mag zich professor aan een van de bekendste leerscholen ter wereld noemen. Het is niettemin een bestaan dat weinig meer indruk op de lezer achterlaat dan de levenslijn van de gemiddelde fabrieksarbeider of oppasmoeder, om maar in clichés te blijven hangen. Een intellectueel, een wetenschapper in de literatuur, die diepgaande vragen stelt over het leven, hoe banaal is dat, en heeft de lezer daar behoefte aan?

Zijlijnpositie
De hoofdpersoon en verteller van Aller zielen is koel, onthecht en gevoelloos in zijn uitingen. Daarmee raakt hij de lezer geenszins. De professor is een overmatig denker, die omwentelt in filosofische vraagstukken en onophoudelijk buiten zijn eigen verhaal lijkt te staan. De lezer bekijkt het verhaal zo door een glazen wand. Waar het leven in de roman zich afspeelt is slechts zichtbaar, maar niet alle zintuigen worden aangesproken. Wel tastbaar is de aanhoudende frustratie jegens de passiviteit van de hoofdpersoon, ondanks zijn grote woorden.

Ik kan me niet permitteren om over al mijn tijd te beschikken zonder iemand te hebben om aan te denken, want als ik dat wel doe, als ik niet aan iemand denk maar uitsluitend aan de dingen, als ik mijn verblijf en mijn leven niet beleef via het conflict met iemand of met het vooruitzicht of de kans daarop, zal ik ten slotte aan niets denken, de belangstelling verliezen voor alles om me heen en ook voor alles wat van mij zou kunnen uitgaan.

Tijdsbegrip
De lijdzaamheid verpakken in mooie verwoordingen is Marías wel toevertrouwd. Maar ondanks de esthetische waarde van het werk zijn Marías’ visies niets meer dan lege ideeën als deze bij de lezer niet hechten. Geduld en herlezen zijn de sleutelwoorden om zijn romans passelijk op waarde te schatten. Aller zielen is een roman die het begrip tijd niet kent, wat evengoed nu, dertig jaar geleden of in de toekomst kan plaatsvinden. Het is tevens een boek dat je wellicht weken laat liggen. Na een paar pagina’s tot je hebben genomen verdwijnt het boek weer onderop de leesstapel en denk je er niet meer aan. Aller zielen is voor een literair verhaal te essayistisch om de lezer te grijpen en harten sneller te doen kloppen.