Harry Potter heeft een Hollywoodcomplex
.
Luttele weken na verschijning zijn wereldwijd meer dan 30 miljoen exemplaren verkocht – een oplage die menig Nobelprijswinnaar met liefde voor zijn of haar complete oeuvre zou willen bereiken. De vraag is alleen of de monsteroplages nog wel enig verband houden met de kwaliteit van het verhaal.
Het is raar om je te bedenken dat het eerste deel nog maar tien jaar geleden is verschenen; Harry Potter is in korte tijd een van de beroemdste literaire personages ter wereld geworden en mede daardoor tevens het middelpunt van bizarre discussies over de belangstelling voor occultisme die door de boeken zou worden opgewekt. Dat krijg je ervan als volwassenen een kinderboek serieuzer nemen dan de bedoeling is. Maar het zegt wel iets over de populariteit van de reeks en het enthousiasme van de fans dat zelfs religies zich erdoor bedreigd voelen.
Nieuwe vorm
Het zou flauw zijn om te veel van de plot te verklappen, omdat vele miljoenen trouwe Potterfans al zo lang snakken naar de afsluiting van het verhaal. Een Engelse schooljuf die haar verbijsterde klas het einde voorlas, haalde met haar actie zelfs het internationale nieuws. In een normaal kinderboek zou de afloop van het verhaal vanaf het begin te voorspellen zijn, maar het is een van de sterke kanten van de reeks dat Rowling er in is geslaagd Harry in de verschillende delen op een overtuigende manier door zijn puberteit heen te loodsen, inclusief ontluikende kalverliefdes en onuitstaanbaar gedrag. Naarmate de reeks vorderde, werd de toon van de verhalen steeds grimmiger en strikt genomen minder kinderboekenachtig, waardoor de optie dat Harry Potter zelf zou kunnen sterven steeds aannemelijker werd.
Het zevende deel, dat in november in een Nederlandse vertaling zal verschijnen onder de titel Harry Potter en de Relieken des Doods, wijkt qua vorm nogal af van de eerste zes boeken. In de eerste delen werden Harry en zijn onafscheidelijk vrienden Ron en Hermione op de tovenaarsschool Hogwarts steeds geconfronteerd met uiteenlopende mysteries en het steeds toenemende gevaar van Voldemort. Stukje bij beetje werd nieuwe informatie geopenbaard waardoor steeds duidelijker werd dat Harry uiteindelijk de confrontatie met Voldemort zou moeten aangaan. Het laatste deel breekt met die vorm in die zin dat Harry, Ron en Hermione niet meer naar school gaan, en zich volledig richten op het vinden van een manier om Voldemort voor altijd te verslaan.
Deze nieuwe vorm lijkt Rowling in eerste instantie nieuwe inspiratie te hebben gegeven. Vooral de eerste helft van het boek doet denken aan de frisse toon die ze in de eerste delen wist te raken: grappig, vol vaart en met enorm fantasievolle, haast vanzelfsprekende beschrijvingen van de wereld waarin tovenaars en Muggles – mensen zonder magisch talent – naast elkaar leven. Met name het begin is ronduit bloedstollend. Rowling beschrijft een achtervolgingsscène waar de regisseur die het laatste deel van de Potterreeks mag verfilmen nu al van zal watertanden. Harry ontsnapt, maar blijft gedurende het grootste gedeelte van het verhaal op de vlucht voor het zich steeds verder uitbreidende kwaad.
Zwaar thema
Het eerste gedeelte van het boek levert een aantal sterke momenten op. Rowling laat heel doeltreffend de gevaren van een totalitair regime zien, en maakt het aannemelijk dat een samenleving van binnenuit kan worden vergiftigd door op kundige wijze angst en haat te zaaien. Dat is een zwaar thema voor het overwegend jeugdige publiek waarvoor de reeks is geschreven, maar Rowling toont zich op die momenten op haar best.
Daartegenover staat dat het verhaal meermalen ernstig dreigt te verzanden doordat het lijkt alsof Rowling moeite heeft gehad om uit de tientallen subplots die in de eerdere delen zijn ontstaan de juiste te selecteren. Sommige hints en plotlijnen die een cruciale rol leken te gaan spelen in het eindspel, komen in het laatste deel slechts zijdelings of zelfs helemaal niet aan bod. Sommige zaken worden er daarentegen weer aan de haren bijgesleept, wat resulteert in een nogal ongebalanceerd verhaal. Dat Rowling uiteindelijk 607 pagina’s nodig heeft om af te ronden, is in dit geval geen goed teken.
Filmscript
Het grootste probleem van Harry Potter and the Deathly Hallows is echter dat het leest als een filmscript. Het boek is feitelijk een lang uitgerekte achtervolgingsscène met een groot aantal narrow escapes waarbij de special effects van de bladzijdes afspatten. Alle registers gaan open: gevechten in uiteenlopende settings, afdalingen in onderaardse krochten, een draak, reuzen en centaurs die meestrijden in de eindstrijd. Zeker wie de karakters uit de films kent, kan eigenlijk niet ontkomen aan het scriptgevoel, iets wat duidelijk afbreuk doet aan het verhaal zelf.
Dat neemt niet weg dat het laatste deel in alle opzichten een ‘echte’ Harry Potter is geworden. Een grote rol is toebedeeld aan onsterfelijke waarden als moed, vriendschap, liefde en opoffering. Het is de verdienste van Rowling dat ze deze al zo vaak gebruikte waarden – die strikt genomen ook de rode draad vormden in bijvoorbeeld Lord of the Rings en de Narniareeks – in een heel eigen jasje heeft weten te steken, zonder te vervallen in klef gemoraliseer.
Toch ontkom je na het lezen van Harry Potter and the Deathly Hallows niet aan het gevoel dat Rowling voor de slotacte van de door haar gecreëerde magische wereld een paar verkeerde keuzes heeft gemaakt. En dat is spijtig, want Harry Potter verdiende een grootsere afsluiting.