Boeken / Fictie

Schaduw van gedichten

recensie: Ingmar Heytze - Schaduwboekhouding, gedichten en miniaturen

.

Hoewel het persbericht anders wil doen geloven, lijkt er niet veel veranderd in de bundel van Heytze. De thematiek, maar ook motieven lijken veelal hetzelfde gebleven. Het gros van de gedichten gaat nog over liefde of over verlaten worden. Het light verse is vooral ook geschikt voor deze verhalen. Grotere onderwerpen verdrinken in deze nuchtere, observerende stijl. De gedachte komt misschien wel over, maar de emotie maakt geen indruk, zet niet aan tot nadenken. Sommige liefdesgedichten laten echter de blik soms wel langer op de bladzijde rusten, zoals Nova Zembla. In dit gedicht speelt Heytze met klanken en het beeld van ijs en koude.

De radio voorspelt rampen.
Ver weg, boven de keukentafel
slingerde nog een baken als lamp.

Dit bed is geen behouden huis.
Wij stikken onder eeuwig ijs.

Zeer persoonlijke schaduw

~

Soms probeert Heytze een kleine variatie in te bouwen door op een semi-postmoderne manier in het gedicht in te breken, of te benadrukken dat het een gedicht is en de gebeurtenissen alleen in het gedicht plaats kunnen vinden. Daar duidt de titel Schaduwboekhouding misschien ook wel op: de gedichten zijn afkomstig van de notities van Heytze. In zijn zwarte notitieboekje schrijft hij zijn observaties op en geeft hij zijn weergave van de werkelijkheid. Het is een schaduw van wat er om hem heen gebeurd is.

Schaduwboekhouding is wel een hele persoonlijke visie op wat er gebeurt. Zo komt de vrouw M. vaak voor. Ze is waarschijnlijk de liefde van Heytze op moment van schrijven. Soms lijken deze gedichten verschillende autobiografische momenten te bevatten, zoals dat de moeder van M. overleden lijkt te zijn en in sommige gedichten aanwezig is. Dit geeft een vervelend voyeuristisch gevoel: je weet iets intiems en emotioneels van iemand die je helemaal niet kent.

Geen kristal

Behalve gedichten bevat de bundel ‘miniaturen’. Heytze heeft het niet over de kleine beeldjes van Swarovski-kristal die je in een glazen kastje kunt zetten. Toch lijken het een soort te koesteren verhaaltjes. Dit zijn niet zomaar waarnemingen of momenten, lijkt Heytze te zeggen, maar waarom zijn dit geen gedichten geworden? Wat is er zo bijzonder aan deze momenten, deze dagboekfragmenten dat ze voor de lezer herhaald moeten worden? Heyzte schotelt soms ‘wijze’ lessen voor, over dat je niet te vaak ‘ik hou van je’ moet zeggen. Andere miniaturen zijn ronduit flauw, zoals de letterlijke interpretatie van ‘jezelf tegenkomen’. Heytze was al wat bekend met dit genre van pseudo-literaire stamtafelpraat, waar misschien eerstejaars studenten Nederlands zich in kunnen verliezen, maar eigenlijk is het gewoon vervelend.

‘Op een dag kwam ik mezelf tegen. De mensen hadden al verteld dat dat een keer zou gebeuren. ‘Wacht maar,’ hadden ze gezegd, ‘jij komt jezelf nog wel eens tegen.’oen ik het wachten zat was, vroeg ik aan de mensen: ‘Weten jullie misschien ook wanneer ik mezelf tegenkom?Ik heb namelijk meer te doen.’ ‘Op een dag,’zeiden de mensen grimmig,’op een dag kom jij jezelf tegen…’En nu was het dan eindelijk zover. Een dubbele hoeveelheid eigenliefde stroomde door mij heen. Ik wilde al met open armen op mezelf aflopen, toen ik me herinnerde wat de mensen nog meer hadden gezegd:’Berg je dan maar!’
En ik borg mij.’

Blijft de vraag wat de miniaturen nu bijdragen aan deze bundel. Eigenlijk is dat niet zoveel. Ze missen rijm, maar hebben wel een bepaalde cadans. Het is een leuk gegeven, maar Heytze heeft nu niet het ei uitgevonden door er wat verhaaltjes bij te maken. Misschien was het handiger om de bundel zo vol te krijgen. Een aanleiding of gedachtenspinsel is genoeg voor deze verhaaltjes; ze hebben geen bijzonder mooie taal, rijm of een mooi beeld nodig, dat verder uitgewerkt kan worden. Maar dagboeknotities zijn nog geen gedichten. Niet alles wat een dichter aanraakt verandert blijkbaar in goud.

Volgende keer vernieuwing?


Heytze is zichzelf niet te buiten gegaan in deze bundel. Het is een wat bekend recept dat hij herhaalt. Wat miniaturen die hij al oefende in Ik ben er voor niemand en de poezie we al kennen uit vorige bundel. ‘Het merk Heytze’ is ook doorgevoerd in de voorkant van de bundel die opnieuw door Dolf Zwerver is gemaakt. Never change a winning team zeggen ze dan, maar vernieuwing heeft ook prettige kanten.