Boeken / Kunstboek

Goedkoop, maar onvolledig

recensie: Ilja Veldman, Willemijn Stokvis en Elly Cassee - Klein Cultureel Woordenboek van de Nederlandse kunst

In navolging van het Klein Cultureel Woordenboek van de Nederlandse geschiedenis en het Klein Cultureel Woordenboek van de Popmuziek lanceerde uitgeverij Anthos onlangs opnieuw een naslagwerk op zakformaat, ditmaal over de Nederlandse kunst.

Volgens de auteurs, onder wie COBRA-kenner Willemijn Stokvis en Elly Cassee, ex-wetenschappelijk medewerker van het Van Gogh museum en eerder verantwoordelijk voor het Nieuw Cultureel Woordenboek, is het Klein Woordenboek van de Nederlandse Kunst onmisbaar voor iedereen die zijn basiskennis van de Nederlandse kunst wil verdiepen en aanvullen. Volgens ons een tikkeltje ambitieus voor een woordenboek waarin de Nederlandse kunstenaar er in de regel met één alinea vanaf komt.

Amsterdam, de Dam 1966 © Ed van der Elsken / Nederlands Fotomuseum, courtesy Annet Gelink Gallery
Amsterdam, de Dam 1966 © Ed van der Elsken / Nederlands Fotomuseum, courtesy Annet Gelink Gallery

Naast het overzicht van bekende en minder bekende Nederlandse kunstenaars, bevat het boekje een keur aan elementaire kunsthistorische begrippen. Met de nadruk op de schilderkunst, beeldhouwkunst, prentkunst en – in mindere mate – de toegepaste kunsten en de kunst in de moderne media. Toch missen her en der, bijvoorbeeld op het terrein van de hedendaagse fotografie, een aantal belangrijke namen. Een willekeurige greep: Anton Corbijn, Erwin Olaf, Ed van der Elsken en Willem van de Poll. Inez van Lamsweerde en Rineke Dijkstra zijn wel present.

Waarmee we zijn aanbeland bij het grootste manco van het Klein Cultureel Woordenboek; er wordt door de auteurs nergens inzichtelijk gemaakt welke afwegingen zijn gemaakt bij de selectie van kunstenaars en kunstuitingen. Is de geënsceneerde modefotografie van Van Lamsweerde echt meer kunst dan de reclame- en documentairefoto’s van Olaf? Zo ja, waarom? Ook de hedendaagse kunst komt er uiterst bekaaid vanaf (eindpunt zo ongeveer Aernout Mik / Job Koelewijn). Los van de vraag of we tegenwoordig nog zitten te wachten op een canon van de Nederlandse kunst, lijkt het alsof we hier te maken hebben met de canon van een vorige generatie kunstcritici. Eindoordeel: vanwege de prijs een leuk verjaardagscadeautje, maar eenmaal in de kast komt ie er nooit meer uit!