Als geruchten een eigen leven gaan leiden…
Met zijn vorige roman Superlive deed Henry Sepers wat stof opwaaien door een verontrustend toekomstbeeld te schetsen waarin de wereld beheerst wordt door reality-tv. In zijn nieuwe boek De zondaars bekritiseert hij het nieuwe middelbaar onderwijs. Maar er is meer.
De zondaars gaat over amateur-schrijver Jurre van Lier die getrouwd is met kunstenares Mirza, van wie hij als broodmagere lat het enige model is. Samen wonen ze in het nieuwbouwstadje Zuidweststad, nadat ze uit Amsterdam zijn vertrokken omdat Jurre niet zo in het kunstwereldje paste. Terwijl Mirza de internationale kunstwereld verovert, neemt Jurre, om haar niet in de weg te lopen, een baan als leraar Nederlands op een middelbare school waar de Tweede Fase vol enthousiasme is ingevoerd. Al snel raakt hij geobsedeerd door Myrthe, een leerlinge in wie hij de dochter ziet die hij nooit heeft gehad. Hij begint een relatie met haar moeder om in haar buurt te kunnen zijn en neemt de geruchten dat Myrthe seksueel geïntimideerd zou zijn zéér serieus. En dan beginnen de dingen uit de hand te lopen.
Afzondering
De zondaars is een verhaal over verhalen, en over de lang niet altijd scherpe scheiding tussen verbeelding en realiteit. Jurre wil eigenlijk schrijver zijn, maar is, zoals zoveel anderen, ‘slechts’ leraar Nederlands op een school. En eigenlijk heeft hij, in tegenstelling tot zijn vrouw, niet zo de behoefte iets tastbaars achter te laten. Daarbij heeft hij niet zo’n hoge dunk van zichzelf. De wereld overspoelt hem, het leven ondergaat hij. Net als de graatmagere beelden van kunstenaar Alberto Giacometti straalt Jurre, “een levende Giacometti”, afzondering van de wereld uit: hij is een eenling die moeite heeft zijn plaats tegenover anderen te bepalen. Maar nu, op school, ziet hij zijn kans om dat te veranderen en om en passant ook zijn verleden aan te passen. Vanaf het begin is echter duidelijk dat hem iets dwarszit.Verhalen
Omdat hij Myrthe als zijn dochter ziet, stuurt hij haar mailtjes waarin hij haar ‘geschiedenis’ schrijft; hij wil haar met terugwerkende kracht verwekken. Jurre gaat volledig op in zijn eigen gedachten, zonder oog te hebben voor zijn omgeving. En dit heeft tot gevolg dat hij ook over de van seksuele intimidatie verdachte leraar, zijn eigen collega, verzonnen verhaaltjes schrijft die hij naar de hele school stuurt. Doordat de argeloze lezers, leraren én leerlingen, niet weten wat waar en wat verzonnen is, begint een schimmig spel waarin de scheiding tussen verbeelding en realiteit helemaal zoek raakt, en waarmee een niet te stoppen, fatale maalstroom van gebeurtenissen is ingezet. “Kon Homerus het bestaan van Cyclopen bewijzen?” Zelfs Jurres lessen komen niet over. “De meeste mensen zien we vaker in onze gedachten dan in werkelijkheid. We veranderen ze, passen ze aan aan onze behoeften, laten ze een rol spelen in ons bestaan. In elkaars gedachten zijn we vogelvrij.” Maar de leerlingen kijken uit het raam.
Sepers trekt Jurres les door. Want wat nu als iemand die gedachten opschrijft in een literaire vorm, en ze naar buiten brengt? Kunnen mensen onderscheid maken tussen fictie en het echte leven? In De zondaars blijkt van niet – en de gevolgen zijn niet te overzien. Verzonnen gebeurtenissen worden op bestaande personen geplakt en zelfs Jurre verdwaalt in zijn eigen verhaal van zijn eigen leven. Hij wil en kán niets veranderen aan de gang van zaken.
Maar Jurre is niet alleen een personage. Hij is de bedenker van alle verhalen en staat zo tussen de ‘waarheid’ en de school (en zijn eigen leven en huwelijk) in. Hij heeft zichzelf een plaats gegeven, maar nog blijft hij een buitenstaander. Hij blijft worstelen met zichzelf en zijn eigen leven.
Zondaars
Langzaam drijft Jurre steeds verder van de goede mensen af, samen met de rector van de school. Zij zijn de enigen die niet constant positief zijn en die niet voelen volgens de ‘normale’ patronen; ze zijn de zondaars. “‘Uiteindelijk kies ik dus voor de klootzakken. Die brengen tenminste leven in de brouwerij. En wat doen de reine zielen van deze wereld ons niet aan? Het wordt tijd voor wraak van de zondaars. Samen laten wij hier de zaak ontploffen.'” Aldus de rector.
Verhaal stapelt zich op verhaal en de werkelijkheid raakt steeds meer bedekt onder een dichte mist. Pas op de allerlaatste bladzijde wordt met een zin die mist weggevaagd.
Genadeloos
In De zondaars komen verschillende verhaallijnen op een subtiele manier samen. Sepers ontleedt fijntjes het mechanisme van menselijke handelingen én gedachten die onvermijdelijke gevolgen hebben. De vertelstijl is terughoudend, afstandelijk, zoals Jurre zich ook voelt. Tegelijkertijd gebruikt Sepers soms zeer inventieve vergelijkingen; zo is ‘zwanger zijn’ een ‘dubbelleven leiden’. De stukjes poëzie die aan de hoofdstukken vooraf gaan bevatten altijd originele vindingen en benadrukken het onheil dat gaat komen.
In zijn beschrijvingen van de toestanden op de school is Sepers genadeloos. Van het opportunistisch samenklieken van de leraren moet hij niets hebben. De Tweede Fase komt er bijzonder slecht van af, geen enkel uitgangspunt kan hem bekoren. De favoriete bezigheid van de leerlingen is kletsen – en dat moet ook. Ze moeten zelf initiatief tonen, volgens de conrector. En ja, dan gaan de dingen fout, zo lijkt Sepers te willen zeggen. Zonder autoriteit, van buitenaf opgelegd of binnen in jezelf, gaan geruchten een eigen bestaan leiden, en als je niet oppast nemen ze de boel over.