Boeken / Fictie

“Zoveel spektakel heet een leven”

recensie: Giacomo Casanova - De geschiedenis van mijn leven

Als men van je naam een uitdrukking heeft gemaakt, dan mag je met enige trots zeggen dat je iets betekend hebt in de geschiedenis. Dat geldt zeker voor Giacomo Casanova, de achttiende-eeuwse, met gloeiende mythes omgeven Italiaanse avonturier, die de eeuwigheid zou ingaan als de onverbiddelijke verleider. Op 65-jarige leeftijd begon hij, als een bezadigde privé-bibliothecaris aan zijn memoires, in het volle besef dat het spektakelstuk dat zijn leven was geweest, het verdiende aan papier te worden toevertrouwd.

Portret van de jonge Casanova door zijn broer Francesco Casanova.
Portret van de jonge Casanova door zijn broer Francesco Casanova.

Tijdens zijn leven had de man reeds vierentwintig boeken gepubliceerd, maar zonder veel succes. Daar hij zijn autobiografie schreef op het einde van zijn leven, heeft hij er de resonantie evenmin van meegemaakt. De vraag is in hoeverre wij zijn memoires ernstig moeten nemen. Met een terugblik op een leven is het immers altijd opletten: de schrijver is geneigd te overdrijven, minimaliseren of verzinnen, kortom: te kleuren. Het doet echter weinig ter zake wat nu wel en wat nu niet historisch accuraat is in De geschiedenis van mijn leven, want Casanova was een begaafd stilist die je weet mee te slepen in zijn wonderlijke achttiende eeuw, waarin hij de Franse Revolutie meemaakte, Venetië door zijn avonturen nog meer vereeuwigde en de grote filosofen van die tijd ontmoette.

Een schitterend bestek

Toegegeven, we lezen niet de volledige memoires, alswel een doordachte selectie van de hand van Arthur Japin, die er ons sinds De witte met het zwarte hart en vooral Een schitterend gebrek niet langer van moet overtuigen om zijn volgende werk aan te schaffen. Japin baseerde zich voor Een schitterend gebrek (onder meer) op de memoires van Casanova – zijn hoofdpersonage was de eerste grote liefde van de man – en nu hij de kans kreeg een uitgelezen selectie samen te stellen, moest hij dan ook niet lang nadenken. In een schitterend bestek van 305 pagina’s laat hij ons de belevenissen van Casanova herbeleven: zijn muzikale aspiraties, zijn gevangenneming, zijn lotsbestemming om voortdurend verliefd te worden enzovoort. Dit alles in een levendige, bruisende stijl die getuigd van een gevoel voor ironie en brutale humor.

Op een bepaald moment verblijft Casanova in de gevangenis; gedurende de ganse dag komt niemand hem eten brengen en hij vraagt zich af of ze hem misschien vergeten zijn. Dan gaat het: “Nadat ik een zakdoek om mijn hoofd had gewikkeld, strekte ik me uit op de plank. Het leek mij onvoorstelbaar dat men mij zo meedogenloos aan mijn lot overliet, zelfs als men mijn dood besloten had. Ik vroeg mij af wat ik gedaan had om een dergelijke onbarmhartige behandeling te verdienen, maar die overpeinzing nam weinig tijd in beslag, want er was niets om bij stil te staan.” Meent hij dit of niet? Leuker dan een antwoord hierop te vinden is gewoon te glimlachen. Ook zijn omgang met de vaak veel te ernstig genomen godsdienst moet het ontgelden: “En ik zweer u, Allerheiligste Maagd, bij de ingewanden van Jezus Uw Heer en Zoon, dat ik….” De clerus zal het niet graag gelezen hebben.

Liefhebben en grapjes maken

Sommige mensen zullen deze kelk maar wat graag aan zich laten voorbijgaan: autobiografieën kenmerken zich niet zelden door pedanterie, zelfvergoelijking en navelstaarderij, want je moet al een behoorlijke dunk hebben van jezelf om te menen dat je leven de moeite waard is om door anderen te worden gelezen. Wat valt er bovendien over Casanova meer te vertellen dan het feit dat hij een vrouwenverleider was?

Dit houdt echter geen steek. Ten eerste is een goed verhaal van alle tijden en lijkt het ons erg plezierig nieuwe mensen te leren kennen, zelfs al is het op papier; ten tweede beschikt Casanova over voldoende zelfrelativering – de man bevond zich tijdens het schrijven op het einde van zijn leven; ten derde was hij pas in de laatste plaats een verleider, hij was vooral een levenskunstenaar die durfde denken en vervolgens gehoor daaraan geven. De geschiedenis van mijn leven is namelijk een lekker weglezend verhaal over vluchten, ontsnappen, liefhebben en grapjes maken. Of om het met Japin zelf te zeggen: “Zoveel spektakel heet een leven.” Zwart op wit.