Stilte, wind, sneeuw en wraak
In een bosrijke streek in het noorden van de Amerikaanse staat Maine woont Julius Winsome met zijn hond Hobbes. Winsome is een man die tevreden is met zijn rustige bestaan, zijn enorme verzameling boeken en de stilte van het bos. Totdat het evenwicht wreed wordt verstoord door een dodelijk schot.
Julius Winsome is de derde roman van Gerard Donovan. De hoofdpersoon woont alleen in een afgelegen blokhut. De behuizing van de auteur heeft daar wel iets van weg. Donovan (1959) is geboren in Ierland, maar woont tegenwoordig in een verlaten station in New York. Naast romans schrijft hij ook korte verhalen en dichtbundels.
Het schot
De ik-figuur uit Julius Winsome leeft het leven zoals hij dat met zijn inmiddels overleden vader deed. Hij verricht zo nu en dan wat werkzaamheden en trekt zich verder terug in zijn blokhut bij de houtkachel, omringd door 3282 boeken. Grootvader en vader hebben gediend in respectievelijk de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Als tastbare herinnering aan zijn grootvader heeft Julius een Lee-Enfield pattern 14-geweer.
Op een dag wandelt Claire zijn leven binnen en op haar advies schaft hij een hond aan, Hobbes. De verhouding tussen Claire en Julius ontwikkelt zich heel vanzelfsprekend. Dit lijkt ook het beste bij Julius te passen. Hij is geen man van veel woorden, maar ook geen man van veel initiatieven. Op zeker moment blijft Claire weg en hij laat het daar dan bij, hoewel hij haar mist.
De roman begint met een schot. Het schot dat een einde maakt aan het leven van Hobbes. In de bossen wordt veel gejaagd, maar Hobbes is opzettelijk en van nabij neergeschoten. Met de innerlijke rust en vaste gedragspatronen van Julius is het dan gedaan.
En met het verdriet sloop er nog iets anders de blokhut in, een zweem van iets anders, bedoel ik. Het moest uit de houtstapel zijn gekomen of uit het bos naar binnen zijn gerend, want ik had zoiets nooit eerder gevoeld.
De wraak
De wraakactie waartoe Julius overgaat lijkt ook weer heel vanzelfsprekend. Het duurt even voor je als lezer bedenkt dat dit helemaal niet in overeenstemming is met de serene rust die Julius uitstraalt. Daarnaast is de wraak buitenproportioneel. Waar grootvader en vader hun wereldoorlog hebben gehad, stapt Julius in een strijd dichter bij huis; een strijd waarvan hij de spelregels heel goed blijkt te kennen.
De manier waarop hij over de gevolgen van zijn acties denkt zijn soms droogkomisch en bovenal sterk relativerend. Het ‘echte’ leven is aan Julius enigszins voorbij gegaan, hij heeft geen diepgaand contact met anderen. Hij kent het leven vooral uit zijn enorme collectie boeken.
Alles stond in de boeken, kijk eens hoeveel boeken, de vrucht van een heel leven, die levende muren om me heen.
Daarnaast heeft hij een preoccupatie met woorden, niet alleen woorden uit de tijd van Shakespeare maar ook met de essentie, de uiterste betekenis van woorden.
… en daarvan leerde ik wat loyaliteit is, wanneer je het kale woord neemt dat geschreven staat en het tastbaar maakt en tot leven wekt.
Naast de indringende natuurbeschrijvingen en de daarmee contrasterende sobere blik op Julius’ gemoedsgesteldheid, schetst Donovan het ‘homo homini lupus est’ (‘de mens is voor de mens een wolf’), een gezegde dat vooral bekend is geworden door de filosoof Thomas Hobbes. Hond Hobbes, vernoemd naar deze filosoof, heeft door zijn dood het jachtinstinct van zijn baas op scherp gezet. Daarmee is Winsome de rust kwijtgeraakt die je als lezer moet bewaren. Dit verhaal zou je moeten lezen zoals Julius las: met je voeten bij de houtkachel en een glas sherry onder handbereik, langzaam genieten.