Een vrouw die niet kan kiezen
F.B. Hotz ligt alweer ruim tien jaar onder de groene zoden, maar over aandacht heeft hij niet te klagen. Dit jaar verschenen bij De Arbeiderspers zowel een biografie als een bloemlezing van zijn verhalen, beide van de hand van Aleid Truijens. Het is misschien te veel van het goede.
Over de vuistdikke levensbeschrijving Geluk kun je alleen schilderen – F.B. Hotz: Het leven, zal deze recensie grotendeels zwijgen – als we het inleidende commentaar van Aleid Truijens op Mannen spelen, vrouwen winnen. Een keuze uit de verhalen mogen geloven, kun je je net zo goed beperken tot Hotz’ verhalen als je hem beter wilt leren kennen. In de door haar geselecteerde ‘autobiografische verhalen’ is Hotz volgens Truijens namelijk heel dicht bij de werkelijkheid gebleven, hij heeft ‘niet zo bar veel (…) verzonnen’. Zij kan het weten, want zij heeft jarenlang elk achtergebleven snippertje tekst en elke getuigenverklaring over Hotz’ leven verzameld. Onmiddellijk na het onthullen van Hotz’ klaarblijkelijke gebrek aan fantasie stelt Truijens ferm dat dit niets afdoet aan de literaire kwaliteit van zijn verhalen. Dan is de twijfel echter al gezaaid. Truijens’ inleiding maakt het onmogelijk de verhaalwereld onbevangen te betreden.
Eigenzinnige vrouwen, laffe mannen
Eén van de mythes over Hotz die Truijens graag wil ontkrachten is dat hij een vrouwenhater zou zijn geweest. De drieëntwintig verhalen die de bundel telt, staan weliswaar vol met koppige, manipulatieve, overheersende en emotioneel instabiele vrouwen, maar die beschrijvingen gaan vaak genoeg gepaard met bewondering of affectie. De rokkenjagende vader van de ik-verteller wordt daarentegen bijna uitsluitend negatief neergezet. De enige verantwoordelijkheid die de vader voor zijn gezin neemt ligt in berispingen aan het adres van zijn kinderen: ‘De paradox “houd je mond dicht en eet” bleef z’n enige tafelgrap, een aardigheid die ernstig opgevat diende te worden.’
Soortgelijke komische beschrijvingen van moeders gedrag hebben een tedere bijklank. Het verhaal ‘De voordracht’ bijvoorbeeld, schept een beeld van een oude, eigenzinnige dame, die drukdoende is haar dagen te vullen met allerhande activiteiten. Haar belangrijkste bezigheid is het perfectioneren van haar voordracht door te oefenen op haar kinderen. De eenzaamheid van de vrouw gonst stilletjes tussen de regels door, maar wordt pas in de slotzinnen bevestigd, als de ik-verteller na haar dood in haar agenda leest. Hij legt vervolgens het boekje ‘snel terug, maar met de voorzichtigheid van schaamte en respect.’
Stilistisch vakmanschap
Veruit de meeste verhalen in de bundel gaan over hetzelfde gezin, met eenzelfde ik-verteller. Veel van de verhalen zijn net wat te lang; er worden veel zijpaden bewandeld en de talrijke details schetsen slechts het leven van de verteller, in plaats van een achterliggende thematiek bloot te leggen of kracht bij te zetten. Na een twintigtal verhalen lijkt de conclusie dan ook onvermijdelijk dat Hotz’ kracht niet op het narratieve, maar op het stilistische vlak lag. Gelukkig compenseert Hotz zijn narratieve gebrek met meesterlijke, onderkoelde, tragikomische zinnen. Bijvoorbeeld over hoe vader ermee omging als moeder ziek was:
Was ze – al of niet ernstig – ziek dan rolde hij haar met een verbeten gezicht in een wollen deken, zette haar onzacht achter in z’n zakenauto en reed haar zwijgend en snel naar z’n ouders, die met het steunende pakket ook niet zeer ingenomen waren.
Eufemismen als ‘onzacht’ en ‘niet zeer ingenomen’, dat is Hotz ten voeten uit. Bovendien maakt dit het lezen een plezierige ervaring, ongeacht hoe weinig de verhalen van elkaar verschillen en hoe ver de spanningsboog soms te zoeken is.
Te persoonlijk
Toch gaan zelfs die goede zinnen op den duur vervelen. Daarom is het niet aan te raden alle verhalen achter elkaar te lezen. Daarnaast blijft het onduidelijk wat Truijens met deze bundel wilde bereiken. Ze biedt geen chronologisch overzicht en ook geen dwarsdoorsnede van het oeuvre: daarin speelden historische verhalen een grote rol, maar in de bloemlezing ontbreken deze.
De ondertitel van de bundel stelt dat dit ‘een keuze uit de verhalen’ is, maar dat doet geen recht aan de inhoud. Na bijna vierhonderd pagina’s laffe vaders, volhardende moeders en jonge muzikanten lijkt het erop dat Truijens niet heeft kunnen kiezen, en daarom alle verhalen die zij mooi en autobiografisch vond in een boek heeft opgenomen. Alsof de bloemlezing een bijlage is bij de biografie. Het is begrijpelijk dat populaire media de persoon achter het werk interessanter vinden dan dat werk zelf, maar hopelijk kunnen uitgeverijen een manier vinden om daar niet geheel in mee te gaan. Opdat het werk weer voorrang krijgt boven de auteur.
Bekijk ook het filmpje van het Letterkundig Museum over F.B. Hotz.