Zijn pik is een aandoenlijk, aaibaar haasje
Er was er een jarig en dat zullen we weten ook. De grootvorst der Nederlandse letteren Harry Mulisch bereikte op 29 juli jongstleden de (zoals dat dan heet) respectabele leeftijd van tachtig jaar. Aanleiding voor zijn uitgever De Bezige Bij om een zestal novellen te publiceren die allemaal op eigen wijze werk van Mulisch centraal stellen. Meest verrassend is Maak jezelf maar klaar, het fictiedebuut van literatuurcriticus Elsbeth Etty.
De feestreeks werd ingezet door Abdelkader Benali met De eeuwigheidskunstenaar, over een schrijver die de eeuwige jeugd verkrijgt. Daarmee verwees hij vooral naar Mulisch zelf. Dat kan ook gezegd worden van De eerste jaren van Doeschka Meijsing. In haar novelle beschrijft ze eenzelfde soort jongen als Mulisch in De pupil, maar het “hadden heel goed de eerste jaren van Harry Mulisch kunnen zijn”, verklaart de uitgever zelf. Minder gericht op de jarige schrijver is Marcel Mörings Een vrouw. Möring gaat verder waar Mulisch’ Twee vrouwen ophield en beschrijft het leven van hoofdpersoon Laura vijfentwintig jaar later. Jessica Durlacher is met Wat gebeurde er met Cathy M? zichzelf en schreef in slordig Nederlands ook haar bijdrage aan het feestgedruis. A. F. Th. (van der Heijden) schreef onverstoord door aan zijn cyclus ‘Homo Duplex’ en voegde er met Mim alweer het tweede tussendeeltje aan toe; als hij zo doorgaat komt er zeker geen einde aan de reeks. En dan is er nog Elsbeth Etty.
Feministisch evangelie
De lezer van De ontdekking van de hemel zal bij de titel van Etty’s boek direct terugdenken aan een van de sleutelscènes van Mulisch’ grote roman. Vlak voordat Max Delius samen met Onno het dossier van zijn gefusilleerde vader gaat inkijken, vrijt hij met Ada. Als Onno aanbelt, stapt Max uit bed en zegt hij tegen Ada: ‘Maak jezelf maar klaar’. Hiermee is voor Ada de vriendschap over, waarna ze de vrouw van Onno wordt. Bij Etty wordt de zin nog vele malen belangrijker. Etty’s Ada is niet geschokt door de botheid van Max, maar weet zich hierna seksueel bevrijd. En daarmee verliest ze de naïeve status van heilige vrouw die in De ontdekking Gods laatste gezant op aarde moet baren.
Maak jezelf maar klaar bestaat uit de dagboeken die Ada bijhield, voor- en nagegaan door aanvullende ‘feiten’ van Ada’s moeder Sophia Brons. Het boek verhoudt zich dan ook tot Mulisch’ De ontdekking van de hemel als het evangelie van Maria Magdalena tot de vier canonieke evangeliën. Etty’s boek lijkt bedoeld te zijn als een speelse verwijzing naar feministische literatuur die mannelijke verhalen door de ogen van een vrouw vertellen. Het is een aardige vondst en daar heeft Elsbeth Etty er nog een aantal van. Jammer is wel dat ze zelf zo opgetogen van haar ideetjes is geraakt, dat ze ten overvloede worden uitgewerkt. Ada is eenzijdig geportreteerd en in haar dagboeken valt ze veel in de herhaling, vooral over haar omgang met mannen.
Wansmakelijk
Volgens Ada zijn Max en Onno een paar aanstellers die een gezamenlijke Mariafantasie delen. Haar eerste indruk is dat ze “twee homo’s zijn die samen een kind willen en op zoek zijn naar een baarmoeder, zoiets.” Ada blijft benadrukken dat de twee op een wel erg verwijfde manier met elkaar omgaan. Zo plaatst Etty ‘de heilige maagd’ Ada tussen de innige vriendschap van Onno en Max en blijft er van de mythische vrienden uit De ontdekking slechts een tweetal kinderlijk speelse jongetjes over. Het machismo van Max wordt tot letterlijk tot kleine proporties teruggebracht als Ada in haar dagboek noteert dat Max’ pik “een aandoenlijk, aaibaar haasje” is.
Doordat voor Ada na Max’ opmerking een nieuwe seksuele wereld opengaat (Ada beseft dat jezelf klaar maken überhaupt mogelijk is), verwijst Etty ook op een andere manier naar het feminisme, de zogenaamde tweede feministische golf, die zich vanaf de jaren zestig voltrok. Ook leuk bedacht, en het levert ten opzichte van De ontdekking van de hemel soms zelfs degelijke literatuur op. Daarom is het jammer dat Etty’s proza op seksueel vlak volledig ontspoort. Ada is niet alleen de seksueel bewuste vrouw die heel goed weet wat voor masculien spelletje Max en Onno met haar spelen en die weigert zomaar de rol van een tweede Maagd Maria te vervullen bij de verwekking van hun beider zoon, ze is ook een seksueel gefrustreerde vrouw. Hierdoor is haar dagboek helaas een kliederboek vol neuken en zelfbevrediging. Zeker als Ada naar aanleiding van de geboorte van prins Willem-Alexander tot haar gruwel ontdekt dat Beatrix ‘dus óók geneukt’ heeft, verwordt het goede idee tot een wansmakelijke flauwiteit.
Valkuilen
Toch blijft het de moeite waard om door Ada’s lichaamssappen heen te bladeren, omdat Elsbeth Etty verder lang niet slecht schrijft en het uiteindelijk weinig afbreuk doet aan haar feministische variant van De ontdekking. Zelfs andere opzichtige foutjes kunnen haar wel vergeven worden. Zo stinkt Etty in een paar valkuilen die een dagboekroman altijd in petto heeft. Teveel informatie bestemd voor de lezer vijftig jaar later, maar die iemand destijds nooit zou opschrijven. Of het citeren van een gedicht dat de dagboekschrijfster uit het hoofd kent en dus helemaal niet op hoeft te schrijven om duidelijk te maken wat ze voor zichzelf bedoelt. Alle begin is moeilijk, daar verandert jaren literatuurkritiek blijkbaar niets aan.
Het beste is echter de zakelijke afronding van het verhaal door Sophia Brons, als zij probeert na te gaan wat er met de spoorloos verdwenen Quinten is gebeurd. De scheppingsdaad van Harry Mulisch – God die zich afkeert van de wereld en Quinten geboren doet worden om de benodigde stenen tafelen der wet naar de hemel terug te brengen – kan natuurlijk niet overtroffen worden. Maar Etty weet met haar bestemming voor Quinten dat grote gebaar wel te benaderen. Het aardige aan deze en de andere knipogen naar Mulisch’ werk is dat Etty zowel bij de fervente fans als haters van Mulisch in de smaak kan vallen. Voor de jarige zelf zal dat allemaal niets uitmaken. Mulisch beziet al tachtig jaar alles wat ter meerdere ere en glorie van zijne grootsheid gedaan en gezegd wordt (of wat daar verbeten afbreuk aan wil doen) met dezelfde verheven (of arrogante) houding.