Boeken / Fictie

De troost interessant te zijn

recensie: Charles D'Ambrosio (vert. Charles Bors, David Koppernik en Luc de Rooy) - Het dodevissenmuseum

.

‘Een wanhopig man heeft geen geboortegrond.’ D’Ambrosio koos een treffend motto voor zijn verhalenbundel. De hoofdpersonages uit zijn acht korte verhalen zijn op reis, hebben geen thuis of proberen een thuis te vinden. Of het nu gaat om jong, oud, rijk, arm, intelligent of niet, D’Ambrosio laat zien dat leed overal en bij iedereen aanwezig is.

Gewone mensen
D’Ambrosio beschrijft met zijn verhalen fragmenten uit de levens van verloren zielen in een grote, ondoordringbare wereld. Zwaar of deprimerend wordt het echter nergens. Het leed wordt je niet in het gezicht gesmeten, het speelt onder de oppervlakte. Het gaat om het verdriet van de mensen die je nietsvermoedend op straat voorbij loopt. Het is er wel, maar je ziet het niet direct.

Zelfs in Scenarioschrijver, een van de heftigere verhalen over een depressieve  scenarioschrijver die in een inrichting bevriend raakt met een balletdanseres met een onbedwingbare neiging om zichzelf te verbranden, wordt het nergens zwartgallig. Ook zij zijn immers gewone mensen die hun diepste gevoelens niet zomaar tentoonspreiden. Ze roken sigaretten, ze praten met elkaar, ze hebben een vreemd weerzien als hij bij haar thuis op bezoek komt, maar de lezer leert hun diepste zielenroerselen niet kennen.    

Levensecht
Daar zit dan ook de kracht van D’Ambrosio’s schrijven. Hij psychologiseert niet. Veel handelingen en gedachten blijven onverklaard. Hierdoor zijn personages niet altijd even begrijpelijk, maar wel realistisch en intrigerend. De lezer mag meekijken in het dagelijks leven, hierdoor krijgen de verhalen bovendien iets intiems. Een stel dat familie ontvangt in hun nieuwe huis, twee jongens die met elkaar vechten, een man die voor het eerst met zijn schoonvader gaat jagen, het zijn dergelijke gebeurtenissen waar D’Ambrosio aandacht aan besteedt.

De verhalen zijn nergens groots. Er is geen moraal van het verhaal. Er is geen visie en er wordt geen oordeel over de karakters gegeven. Er zijn alleen de beslommeringen van mensen die zo levensecht lijken dat je ze niet snel kunt vergeten. Het is dan ook onmogelijk om deze bundel haastig te lezen. Ieder verhaal heeft tijd nodig om te bezinken. Regelmatig blijven je ogen aan prachtzinnen haken: ‘De geschiedenis brengt de gemiddelde persoon nu eenmaal niet de troost interessant te zijn.’

Intiem en ontroerend
Een minder verhaal is simpelweg niet te vinden in de bundel. Er zijn slechts verhalen die nog beter zijn dan de andere. Het reeds genoemde Scenarioschrijver behoort tot de betere verhalen, maar ook Drummond & Zoon over een alleenstaande vader die voor zijn zoon zorgt die geestelijk niet helemaal in orde is (wat er precies aan de hand is, wordt ook hier verzwegen) is intiem en ontroerend.

Het moge duidelijk zijn: Charles D’Ambrosio is een geweldige schrijver wiens verhalen lang door je hoofd blijven spoken. Het dodevissenmuseum bevat acht verhalen om nog veel vaker dan één keer te lezen.