Boeken / Fictie

Patrones van de hopeloze gevallen

recensie: Benito Pérez Galdós - Mededogen

Benito Pérez Galdós (1843-1920) geldt als de belangrijkste Spaanse auteur uit de negentiende eeuw. Met een gigantisch oeuvre van ruim honderd titels is hij een van de grondleggers van de moderne Spaanse roman. Zijn grote voorbeelden waren Dickens, Balzac en Cervantes: kwaliteitsschrijvers met wie Galdós zich prima kan meten. Het is dan ook geheel ten onrechte dat hij hier te lande minder bekend is. Daarom verdient het gedurfde initiatief van Menken Kasander & Wigman Uitgevers om een aantal boeken van deze schrijver in Nederlandse vertaling uit te brengen, wat mij betreft alle lof. De roman Mededogen komt uit deze reeks.

~

Mededogen (oorspronkelijke Spaanse titel: Misericordia) is geschreven in 1897. Het verhaal speelt zich af in Madrid, aan de zelfkant van de maatschappij. We bevinden ons in het illustere gezelschap van verpauperde bourgeoisie en krakkemikkige bedelaars. Zij die hun hand ophouden verblijven rondom de kerk van Sint-Sebastiaan, waar – zoals overal, dus ook bij de nederigste standen – een zekere hiërarchie heerst. Galdós beschrijft op geestige wijze hoe de ene arme de scepter zwaait over de andere. Daarbij hekelt de schrijver de kerk en andere ‘goede’ gevers, die het systeem in stand helpen houden zonder dat ze een poging wagen om de situatie van het bedelaarsgilde daadwerkelijk te verbeteren.

Christusfiguur

Te midden van het zooitje bedelaars leeft Benina. Haar naam betekent zoiets als ‘barmhartig’. Benina is een vrouw van een jaar of zestig die sprekend lijkt op Rita de Casia, patrones van de hopeloze gevallen. Kordaat als ze is, weet zij altijd wel iets te eten te ritselen voor haarzelf en de beduidend minder kordate anderen om haar heen. Benina gaat al slovend door het leven als een soort Christusfiguur die te goed is voor deze wereld. Zo is zij als dienstmeid de steun en toeverlaat van een in armoede vervallen, tenenkrommend lethargische mevrouw uit de bourgeoisie. Deze vrouw, Doña Paca genaamd, is dermate trots dat Benina niet durft op te biechten dat ze moet bedelen om haar de dagelijkse prak voor te kunnen zetten. Ze verzint een tweede betrekking bij een zekere priester, Don Romualdo. Als deze uit de duim gezogen figuur dan halverwege de roman echt komt opdagen, vloeien realiteit en droom op komische wijze in elkaar over. Er geschiedt een wonder. Een erfenis, waar de hoofdpersonen al jaren van dromen, maakt een einde aan alle geldzorgen. De schrijver laat echter zien dat niemand er gelukkig van wordt.

Achterklap

Galdós, een vurig adept van het naturalisme, wilde met het opvoeren van een groot aantal zeer uiteenlopende karakters een dwarsdoorsnede geven van de lagere regionen van de maatschappij. Hij geeft kleurrijke beschrijvingen van het innerlijk en uiterlijk van het bonte gezelschap en laat de personages in verschillende taalregisters spreken, wat de roman een levendig élan geeft. Bovendien heeft de auteur deze comédie humaine doorspekt met ironisch commentaar, waardoor je als lezer precies weet hoe hij over de situatie denkt. Dromen en roddelen, dat is alles wat de Spanjaarden volgens hem doen. Arme mensen zijn hierin gelijk met de rijken:

Wat dat betreft verschillen ze niet van de rijken: misschien zijn ze zelfs in het voordeel, want als ze van wal steken, worden ze niet in toom gehouden door de gangbare gespreksconventies, die een dikke korst van etiquette en spraakkunst aanbrengen tussen de gedachte en het woord, en zodoende het onuitsprekelijke genoegen van achterklap vergallen.

Galdós bekritiseert de maatschappij, maar zwaar op de hand wordt het gelukkig nooit.

Lamlendig

Door de kritiek die Galdós uit, is Mededogen te lezen als een allegorie over de Spaanse maatschappij in het fin de siècle. Het gaat over de potentiële veerkracht van de armenmassa, gepersonifieerd door Benina, versus de lamlendigheid van de aan lager wal geraakte bourgeoisie. Onder die laatste categorie vallen Doña Paca en vele andere personages. Spanje komt volgens Galdós nooit uit het slop omdat de kracht en inventiviteit van de onderklasse niet benut wordt. Er wordt – net als in de roman – een hoop afgedroomd, maar vier eeuwen na de ontdekking van Amerika zit het verarmde land nog steeds op de zilvervloot te wachten in plaats van de handen uit de mouwen te steken. En passiviteit, daar helpt geen enkele patroonheilige tegen.