Boeken / Fictie

Berlijn en Stalingrad

recensie: Audrey Magee (vert. Ireen Niessen) - De Volmacht

Soldaat Peter Faber en Katharina Spinell trouwen op afstand zonder elkaar ooit ontmoet te hebben: hij aan het oostfront, zij in Berlijn. Voor Peter is het dé manier om een paar dagen verlof te krijgen. Katharina verzekert zich door het huwelijk van een (weduwen)pensioen.

Zomer 1941: Operatie Barbarossa is een paar weken oud. De Duitsers vechten zich verbazingwekkend snel een weg tot diep in Rusland, de overwinning lijkt nabij. Blind voor Stalins tactiek raken de Duitsers tegen de winter bij Stalingrad verstoken van munitie, winterkleding en voedsel. Ze kunnen geen kant op als ze omsingeld blijken te zijn door het Rode leger dat veel sterker en taaier is dan Hitler had voorspeld. Wat volgt is de hel: extreme kou, onophoudelijke bombardementen, ontbrekende winterkleding en steeds minder munitie en voedsel. De Duitsers die niet door vijandelijk vuur omkomen, sterven massaal door honger, bevriezing en ziekte. De anderen geven zich over.

Twee werelden
De Ierse journaliste Magee wisselt in De Volmacht (oorspronkelijke titel: The Undertaking) steeds tussen het oostfront en het leven in Berlijn. Peter is een overtuigde nazi, maar zijn patriottisme is moeilijk vol te houden als z’n kameraden een voor een wegvallen. In een Berlijn dat steeds verder platgebombardeerd wordt, beklimt de zwangere Katharina de sociale ladder en leidt zij een luxeleven. Met haar ouders bewoont ze een door joden achtergelaten appartement in een chic gedeelte van de stad. Ze bezoekt theekransjes en diners van de nazi-top. Ondertussen aan het oostfront:

Ze zeggen dat de partizanen ons voor zijn geweest. Al het eten is weg.
Kraus schoot een oude man dood. Niemand deed iets. Toen schoot hij nog iemand dood. Nog geen reactie. Hij haalde een jonge vrouw naar voren, een moeder, en schoot haar neer, haar zoontje er schreeuwend naast. Het voedsel kwam tevoorschijn. Ze gingen op het dorpsplein zitten eten.
‘Het is hier idyllisch,’ zei Kraft. Zo’n eenvoudig leven. Moeder zou het prachtig vinden.

Peter zit tweeduizend kilometer van Katharina vandaan, en het voelt als een andere planeet. Terwijl Peter haar schrijft over de hel van Stalingrad, klaagt zij in haar brieven over de echtelijke ruzies van haar ouders. De gruwelijke ironie van Stalingrad is dat de soldaten vechten voor een groot Duitsland, terwijl de nazi-top in Berlijn ze het liefst vergeet. De soldaten in Stalingrad zijn een smet op hun blazoen: hoe is het mogelijk dat de superieure ariërs zich in de pan laten hakken door die halfzachte joodse bolsjewisten?

Rake dialogen en klinische observaties

Audrey Magee heeft haar huiswerk gedaan; met veel kennis van zaken schetst zij het leven aan het front en in het platgebombardeerde Berlijn. Wat opvalt zijn de knappe dialogen en observaties die veel psychologisch inzicht verraden. Ze spaart de lezer niet. De gruwelen worden sec en klinisch beschreven: de executies, de verkrachtingen en het toenemende ongeloof en de ontgoocheling naarmate de oorlog vordert. Dit alles was hen niet verteld toen ze een paar jaar eerder juichend en zingend achter Hitler aanliepen.

De situatie aan het front wordt steeds gruwelijker: een orgie van kou, dood, honger en waanzin. In Berlijn arriveren steeds meer berichten dat soldaten zouden zijn overgelopen naar de vijand. De kans dat iemand levend uit Stalingrad terugkeert, is bijzonder klein. De ouders van Katharina adviseren haar dan ook Peter te vergeten en een hoge militair te trouwen. Zodoende zou ze zichzelf, haar zoon en haar ouders kunnen redden van de hongerdood. Haar bedje lijkt gespreid als ze omgang krijgt met een hoge officier, maar wanneer het ergst denkbare gebeurt, verbreekt ze de relatie en besluit ze op Peter te wachten.

Een welkome aanvulling op de berg oorlogsliteratuur

Je zou denken dat zeventig jaar na de oorlog alles wel gezegd is. Waarom wéér een roman over die grote catastrofe? Waarom wederom al dat leed en die ellende opdissen? Met De volmacht is Magee erin geslaagd toch weer een nieuw aspect toe te voegen aan de inmiddels overbekende feiten. De relatie tussen de frontsoldaat en zijn vrouw in het feestend ten onder gaande Berlijn werpt een nieuw licht op de manier waarop de patriottistische Duitsers in de oorlog dachten en handelden. Hoe zij hun geweten susten en hoe zij probeerden weg te kijken terwijl de wereld om hen heen in elkaar stortte.