Vreugdeloze sfeervertellingen
.
– zich door het leven zwoegen.
Anita Nair is geboren in Kerala, India. Ze studeerde Engelse taal en literatuur en werkte in de advertentiebranche en journalistiek. Voor Kom naar bed, mijn lief ontving ze in 1997 een beurs voor het Virginia Center of Creative Writing in Amerika. Nair is tegenwoordig één van de bestverkopende auteurs van India met inmiddels zeven romans en verhalenbundels op haar naam.
De vijftien verhalen in Kom naar bed, mijn lief verschillen onderling sterk. We maken onder andere kennis met hippe, oppervlakkige New Yorkse yuppies tijdens een tragische Thanksgiving, met een zakenman die met een prostituee aan zijn midlifecrisis begint, met een Indiase vrouw die de dodelijke saaiheid van de bezoeken aan haar ouders niet kan missen, een bejaarde vrouw in een tehuis die zich opeens realiseert hoezeer ze in de avond van haar leven is beland en een oppassende burgervader die het verkeerde pad opgaat om zijn huwelijk leven in te blazen. Maar ook met een onsterfelijke nachtvlinder die macht uitoefent op de vrouwen die in zijn kamer komen en een ongewoon bewuste kat die de strijd om de macht aangaat met de man van zijn bazin. Nair beschrijft het wel en vooral het wee van haar hoofdpersonen op een dromerige, observerende manier.
Details
De Indiase achtergrond van Nair komt in ieder verhaal terug, maar de meeste verhalen doen toch vooral Westers aan. De verwijzingen naar exotische planten, namen en gerechten zijn het meest op zijn plaats in de verhalen die zich in India afspelen en de ‘Indiase’ verhalen zijn ook het overtuigendst. De treffende beschrijvingen van de drukkende hitte, de mango- en peperbladbomen zijn daar op hun plaats. In de verhalen die zich in Amerika afspelen, doen ze vooral plichtmatig aan.
Opvallend is de aandacht die Nair besteedt aan details die weinig toevoegen aan het verhaal, maar wel bijdragen aan het creëren van een duistere ambiance. De personages in de verhalen worden geobserveerd terwijl ze zich tamelijk machteloos door het leven laten meevoeren en op sommige punten lijkt het alsof Nair halverwege een verhaal aan een nieuw verhaal is begonnen. Het leidt niet tot soepele literatuur, eerder tot special effects. Het werkt wel, maar je wilt op een gegeven moment wel weer eens iets anders.
Mysterieus
De grote aadacht die Anita Nair besteedt aan details wordt gecombineerd met een constante drang om zo beeldend mogelijk te formuleren. Zoals in het verhaal ‘De subway-sater’, waar ze de New Yorkse metro omschrijft:
Een onderaards rijk van bitter grijs, dampend pleister en vettige walmen. In dit duivelse souterrain sluipen klam stalen rupsen alle kanten op, met op hun uitgestreken kop in gegoten metaal de letters van hun naam. Aan weerszijden openen zich hongerige muilen om de manische lemmingen te strikken die zich naar binnen haasten, onderdeel van een massale zelfmoordzucht. Zie hoe ze met foetale greep naar jas, tas en diplomatenkoffer klauwen. Verwilderde schepsels zijn het die zich met glazige blik vastklampen aan het inwendige van de stalen worm.
Dat zijn heel veel woorden om te vertellen dat het druk en benauwd is in de metro. Dergelijke te lang uitgesponnen omschrijvingen komen vaak voor. Nergens leiden ze echt naar een climax.
Op zich past die drukkende sfeer uitstekend bij de thema’s die vaak draaien om ontgoocheling, eenzaamheid en wraak. In het begin hebben de mysterieuze en vaak seksueel geladen verhalen – Nair is zeker niet preuts en weet ook de uitwisseling van intieme sappen buitengewoon weelderig onder woorden te brengen – zeker hun charme. Op de een of andere manier voel je dat de personen een ongekende exotische schoonheid moeten bezitten. Maar uiteindelijk is Nairs talent om een broeierige sfeer te creëren niet genoeg om vijftien verhalen lang te blijven boeien. Na de hittegolf verlang je ook weer naar de frisse wind.
Lees ook de recensie van Anita Nairs roman Minnares