De arrogante zielenpoot
Van Stephan Enter is, drieënhalf jaar na Grip, een nieuwe roman verschenen: Compassie. Het boek is simpeler en kleiner van opzet dan het boek dat Enters doorbraak naar een groter publiek betekende. Helaas is het ook een stapje terug in kwaliteit.
Hoofdpersoon van Compassie is de jeugdige Frank van Luijn van bijna veertig (Enters beschrijving van zijn hoofdpersoon lijkt trouwens veel op hoe je hem zelf zou kunnen beschrijven), die ongebonden door het leven gaat. Deze losse levensstijl wordt bevraagd wanneer hij op een date gaat met Jessica, een half Duitse die bijna gaat promoveren. Haar gezicht fascineert hem, en hun omgang is gemakkelijk en uitdagend. Tegen Franks verwachtingen in blijven ze elkaar geregeld zien. Soms, niet vaak, hebben ze seks: hij raakt niet opgewonden van haar en zij heeft ook niet zo vaak zin om te vrijen.
Voor wie geldt de compassie?
Stephan Enter is een meester van het perspectief en het inkleuren van zijn proza. Eén van de vele sterke elementen in Grip was hoe de personages allemaal hun herinneringen anders ingekleurd hadden. In Compassie bezien wij Jessica via Franks arrogante, narcistische ogen. Ze verwordt tot een zielig hoopje mens, een zelfmoordpoging achter de rug, nog nooit een vriend gehad. Het ontlokt compassie bij Frank, een zeker medelijden.
Al is de vraag of die titulaire emotie alleen over Franks gevoelens voor Jessica gaat. Zeker, hij denkt te weten waarom hij handelt zoals hij handelt. Maar wekt zij alleen medelijden in hem op? Het lijkt er sterk op dat Frank zichzelf voor de gek houdt, dat Jessica’s onschuldige en naïeve persoonlijkheid door zijn hautaine schild van opgetrokken onverschilligheid prikt en hem daadwerkelijk raakt. Voor het werkelijke contact dat hij zo af en toe met Jessica heeft stelt hij zich niet open, maar zondert zich juist af. De compassie geldt niet voor Jessica, maar voor Frank.
Waar is de noodzaak?
Dat gegeven heeft Enter mooi uitgewerkt, in een keurig opgepoetste taal die we te weinig vinden in de hedendaagse literatuur. Compassie is een klassieke en behoudende roman. Na Lichtjaren (2004) en Spel (2007) was Grip een hoogtepunt in Enters oeuvre; vergeleken met wat hij kan, is deze roman een teleurstelling. Compassie voelt minder urgent, minder als een noodzaak dan zijn voorganger, en er zijn en aantal storende elementen die het leesplezier danig verminderen.
Zo wordt de lezer met een aantal seksscènes geconfronteerd, die ronduit bloedeloos en wel heel erg op de man gericht zijn (Frank ‘schuift’ zijn halfslappe erectie bij Jessica naar binnen), en ook komt er een behoorlijk stereotiep homopaar langs, dat het ‘natuurlijk’ op Frank voorzien heeft. Dit is typerend voor het belang dat Frank aan zichzelf hecht, aan hoe hij zichzelf bedondert. Daarmee zijn deze passages kenmerkend voor Compassie, maar tegelijkertijd tekenen ze de roman ook. Moet dit anno 2015 nog?