Lolita op de sofa
.
‘Een boek als Lolita, maar dan vanuit het oogpunt van Lolita’. Uitgeverij De Bezige Bij haalt een oude meester van de plank om een onbekende schrijfster aan te prijzen. Een boek dat het normaliter zou moeten hebben van sensatiezucht – ‘had die schattige jonge vrouw op de achterflap écht een relatie met een ruim veertig jaar oudere man? Vanaf haar zevende?!’ – wordt zo in een handomdraai gelijkgesteld met een meesterwerk.
Nu is het discutabel in hoeverre Nabokovs Humbert Humbert en Fragoso’s mannelijke hoofdpersoon Peter te vergelijken zijn. Humbert Humbert is geen pedofiel in de strikte zin van het woord: zijn geliefde ‘nimfijntjes’ bevinden zich in een ontluikende puberteit, waar voor de pedofiel kinderen het aantrekkelijkst zijn zolang de puberteit nog uit zicht is – zo ook voor Fragoso’s Peter. Maar ook los van de thematiek moet je als lezer al snel vaststellen dat Lolita en Tijger, tijger tot andere werelden behoren.
Misplaatst negentiende-eeuws realisme
Doordat gekozen is dit boek als non-fictie te presenteren, overheerst de vraag wat ‘waar’ is en wat niet. Fragoso’s pogingen haar levensverhaal tot literair werk te verheffen werken storend binnen dit genre. Wat Fragoso is overkomen is zo extreem dat mooischrijverij misstaat. Gedeeltelijk voelt ze dit zelf aan: echt lyrische passages zijn gelukkig op een hand te tellen.
Het lijkt Fragoso er eerder om te gaan een zo realistisch mogelijk verhaal neer te zetten. Om dit te bereiken beroept ze zich op een ouderwetse techniek: ze geeft gedetailleerde beschrijvingen van van alles en nog wat. Op plotniveau betekent dit dat vrijwel elk levensjaar uitgebreid uit de doeken wordt gedaan: hoe vaak haar vader haar uitschold, hoe vaak haar moeder werd opgenomen, hoe weinig vriendinnetjes ze had, en tot welke seksuele bezigheden Peter haar probeerde te verleiden.
Op zinsniveau gaat Fragoso flink los op bijvoeglijke naamwoorden. Zo wordt de dag dat zij Peter ontmoette – zij zeven, hij eenenvijftig – in geuren en kleuren uiteengezet:
de zoete, bedwelmende geur van kamperfoelie die door de windvlagen werd meegevoerd, samen met die net losgekomen fladderende roze en witte kersenbloesem en de zilverwitte pluisjes van de paardenbloem.
Terwijl dergelijke beschrijvingen in negentiende-eeuwse romans een hoger waarheidsgehalte voor de lezer zullen hebben bewerkstelligd, word je als hedendaagse lezer van ‘non-fictie’ wantrouwig: hoe kan Fragoso nu nog weten hoe een dag ruim 25 jaar geleden er precies uit zag?
Psychologische casestudy
Pas als je het boek niet meer leest als ‘literair meesterwerk’, maar als psychologische casestudy, wordt het interessant. Vooral op die momenten dat de kleine Margaux niet helemaal begrijpt wat er aan de hand is en Margaux de schrijfster dit niet met de kennis van nu probeert te duiden. Als ze acht jaar is bijvoorbeeld, en Peter sinds kort begonnen is haar te kussen en te strelen, haalt ze ‘vuile streken uit, gewoon voor de lol’. Ze maakt Peters spullen kapot, laat zijn huisdieren vrij of commandeert hem. Als Fragoso dergelijk gedrag beschrijft, worden ook de manipulatieve gedragingen van Nabokovs Lolita met terugwerkende kracht invoelbaar. Het blijken pogingen de disbalans in macht enigszins te compenseren.
Hiernaast laat Fragoso zien hoezeer in haar geval dader en slachtoffer elkaar nodig meenden te hebben. Hun ongemakkelijke verhouding is wat Tijger, tijger het lezen waard maakt: het zelfbedrog van de pedofiel en de beweegredenen van zijn vrijwillige slachtoffer om hun ‘relatie’ voort te blijven zetten. Fragoso’s grootste verdienste is eerder dat zij dit alles op papier heeft durven zetten, dan de wijze waarop zij dat heeft gedaan.