Film / Films

Darwin down-under

recensie: Animal Kingdom

.

De leden van de familie Cody in Melbourne, Australië zijn zware criminelen. De 17-jarige neef Joshua (die ‘J’ wordt genoemd) komt in dit gezin terecht nadat zijn moeder aan een overdosis is overleden.

~

J’s oma Janina, de mater familias, wordt smurf genoemd en waakt als een bezorgde moederkloek over haar zonen, waarbij ze de ongemakkelijke neiging heeft haar zonen vol op de mond te zoenen. Die zonen zijn de creepy Andrew, ‘Pope’ genaamd, die zich schuilhoudt voor de politie, de licht-ontvlambare Craig die niet van de drugs af kan blijven en Darren, de jongste die vooral z’n oudere broers volgt. En dan is daar partner in crime Barry, die zo maar als een van de broers door het leven zou kunnen gaan. De strijd tussen politie en de Cody-bende verhard als Barry door de politie koelbloedig uit de weg wordt geruimd. J’s rol in het criminele familiebedrijf van de Cody’s wordt hierna steeds groter.

Familieband

~

De jonge en beïnvloedbare J wordt wat moedwillig in de steeds verder escalerende strijd meegesleurd. Hij is echter geen naïef en heilig boontje: zijn moeder heeft niet voor niets de banden met haar moeder en broers verbroken en hij blijkt een volleerd dief als hij een auto voor zijn oudste oom moet jatten. Nadat bijna de gehele familie door de politie wordt opgepakt is het vooral politieofficier Nathan Leckie (Guy Pearce) die een vertrouwensband met J lijkt op te bouwen. Zijn pogingen om hem los te weken van de familie hebben wisselend resultaat, maar zetten wel de ontwikkelingen in gang in het tweede deel van de film. Hierin wordt de sterke familieband langzaamaan ontwricht, maar het weet het sterke niveau van het eerste deel niet weet vol te houden.

~

Het speelfilmdebuut van David Michôd begint als een enerverende hedendaagse stadswestern met charismatische boeven versus rücksichtslose politie. De film is stilistisch fraai uitgewerkt met oogstrelende cinematografie, sfeervolle en toepasselijke slowmo’s en een sterke score van Antony Parthos. Bovendien wordt er – bijna zonder uitzondering – sterk geacteerd. De potentiële kracht van het tweede deel zit ‘m erin dat het voor de kijker ook steeds onduidelijker wordt waar de loyaliteit van J nou precies ligt: bij de autoriteiten of bij zijn familie. Dit interessante gegeven is echter rommelig uitgewerkt; hier blijkt de lijn tussen ambivalent en onduidelijk een wel heel dunne. De lange ontwikkelingsfase die het script heeft doorgemaakt heeft hierin niet mogen baten; te vaak hangen de ontwikkelingen in dit deel van onwaarschijnlijkheden aan elkaar. Bovendien is er onder de sterkte vertolkingen een opvallende dissonant: James Frecheville die J een wel erg apathische en wat sukkelige uitstraling geeft. Hij is de spil van het verhaal, maar het is als kijker in toenemende mate lastig met het immer dommige hoofd mee te leven.