Een man met twee ruggen
Sommige traditionele romans maken dankzij een paar originele vormaspecten en een wonderlijk mooie inhoud de schijnbaar onuitputtelijke mogelijkheden van de roman duidelijk. Zo’n werk is De eeuwreiziger, van de jonge Argentijn (1977) Andrés Neuman. Hierin zijn taal en liefde, de negentiende eeuw en een vleug mysterie vermengd.
Reiziger en vertaler Hans komt, met een baret op zijn hoofd en vergezeld van een mysterieuze hutkoffer, aan in Wandernburg, met de bedoeling na de nacht weer verder te reizen. Maar Wandernburg – ‘zich verplaatsende stad op de gr. tussen Saksen en Pruisen’ – is een bijzondere stad die bijzondere inwoners herbergt. Ook Hans blijft hangen in Wandernburg, waar straten lijken te verschuiven en waarvandaan, zo gaat het gerucht, nog nooit iemand is vertrokken.
Moderne onrust
De meest markante inwoner die Hans in Wandernburg ontmoet is de orgelman. Een man die woont in een grot en op een zeldzame manier op zijn gemak is met zichzelf en de wereld. Hij leert Hans beter kijken naar de natuur en haar haast onmerkbaar veranderende schoonheid. De orgelman is met zijn zuivere onaangepastheid het rustpunt in het boek, dat zich afspeelt tegen de achtergrond van de onstuimige jaren twintig van de negentiende eeuw. Europa heeft, tijdens de Franse Revolutie, van de vrijheid kunnen proeven om die direct weer in te leveren. Tegelijkertijd kondigen zich verstrekkende industriële en sociale veranderingen aan, met daaraan gelieerd een oprijzen van ongedroomde horizonten.
De nieuwe mogelijkheden zorgen voor het startpunt van de moderne onrust, dat telkens terugkomt in De eeuwreiziger: blijven of weggaan, genoegen nemen met wat ik hier heb of vol tinteling het risicovolle avontuur aangaan? Deze onrust tekent zeker de (eeuw)reiziger Hans. Misschien dat een droom van de orgelman hem duidt: als een man met twee ruggen.
Schoonheid
Waar Hans in de grot in contact komt met arbeiders, daar neemt hij ook deel aan de Salon in huize Gottlieb, geleid door de mooie Sophie. Hier worden de politieke, sociale en esthetische standen van zaken bediscussieerd en, wat heel knap is, vanuit ieders perspectief begrijpelijk gemaakt.
Maar de sympathie van de lezer ligt bij de vrijdenkers Sophie en Hans – en hun sympathie ligt toch vooral bij elkaar. Hoewel Sophie zich heeft verloofd met de vastgeroeste, adellijke Rudi Wilderhaus, voelt ze passie enkel voor Hans. Samen werken ze aan Duitse vertalingen van de grote achttiende- en negentiende-eeuwse dichters. Tijdens het vertalen van de vreemde naar de eigen taal, ervaren ze hetzelfde als in hun opbloeiende liefde; waarin het eigen ‘ik’ de persoon van de ander probeert te kennen, te vertalen naar zichzelf. Hierin wordt idealiter, en het ideale benaderen ze, het vreemde van de andere persoon opgenomen zonder dat het eigen individu verloren gaat. Het zoeken naar woorden en schoonheid is een verlengstuk van hun liefde. In een briefwisseling mijmert Hans daarover verder:
Ik zou zeggen dat die ontstaat uit blijheid en vergankelijkheid. (…) Misschien helpt een beeld: schoonheid ontstaat bij het trillen van een brug die tintelende fantasie verbindt met de werkelijkheid. Als de brug trilt is dat een teken dat er iets belangrijks overheen gaat. Ik hoor je voetstappen. De brug trilt.
Originaliteit
De eeuwreiziger is een traditionele roman, maar met originele kanten. Zoals de prettige weergave van sommige dialogen, eigenlijk monologen, waarin het actieve luisteren van de tweede persoon wordt weergegeven tussen haakjes (‘ja…’ ‘dat zie ik’, ‘in Jena?’). Ook laat Neuman het verhaal abrupt van de ene situatie in de andere overgaan, maar door de subtiele vooraankondiging van situaties is het de lezer altijd duidelijk waar in het verhaal hij zich bevindt. Toch wat kritiek: in het begin zitten stukjes dialogen die wat haperen en daardoor ongeloofwaardig overkomen.
En wat zit er nu eigenlijk in Hans’ hutkoffer, en hoe komt hij steeds aan de allernieuwste boeken? Verschillende mysteriën lopen door het boek heen en geven het een extra tinteling. Nog een van de vele kwaliteiten van De eeuwreiziger, deze heerlijk sympathieke roman die ‘de brug kan doen trillen’.