Eindelijk!
Een dikke zeven jaar heeft het publiek moeten wachten op de nieuwe Massive Attack. De eerste releasedatum die genoemd werd, was ergens in 2004. Wanneer je album dan pas in 2010 verschijnt, dan willen de fans iets dat het wachten beloont. Er ontstaat in zo’n geval een gevaarlijke dynamiek: hoe langer je bezig bent, hoe meer je de puntjes op de i kan zetten, maar tegelijkertijd wordt er ook steeds meer van je verwacht. De vraag is dan of de kwaliteit van je eindproduct aan die hoge verwachtingen kan voldoen.
Funky
Ondanks dit kleine leger aan talent is Heligoland geen meesterwerk geworden. Dat waren hun albums in de jaren negentig wel. Wat het collectief nog steeds als geen ander kan, is een gelaagd geluid van echte instrumenten en elektronica produceren. Vroeger slaagde Massive Attack er in die soundscapes te gebruiken als basis voor meeslepende songs met een funky groove. Deze keer lukt dat lang niet altijd even goed.
Op drie nummers wordt het oude niveau geëvenaard. Om te beginnen is daar de door Adebimpe gezongen opener ‘Pray for Rain’. Een sterke song met spannende wendingen over een voor Massive Attack-begrippen tamelijk indieklinkende basis. Het door Andy gezongen ‘Girl I Love You’ had zo op voorganger Mezzanine kunnen staan, zowel wat sfeer als kwaliteit betreft. Dat geldt ook voor afsluiter ‘Atlas Air’, een van de twee songs waarin alleen Del Naja’s stem te horen is. Hier is Massive Attack weer dreigend en funky, zoals het hoort.
Coherentie
Op andere momenten valt Heligoland behoorlijk tegen. Een combinatie van Garveys muziek met Elbow en Massive Attack is op papier veelbelovend. De instrumentale track waarover Garvey zingt biedt echter weinig mogelijkheden voor een pakkende song. Tekstueel is hij sterk als altijd, maar de melodie van ‘Flat of the Blade’ gaat nergens heen. ‘Paradise Circus’, de samenwerking met Sandoval, is op geen enkel vlak interessant en moeilijk door te komen. De overige vijf nummers zijn niet slecht. Ze klinken veelbelovend, maar missen net dat beetje extra. Zo had ‘Psyche’ gemakkelijk uitgewerkt kunnen worden tot een epische minimal-track, maar na drie minuten is het alweer gedaan met dit in aanzet pakkende nummer.
Een balans tussen vernieuwing en aansluiting met het geluid van Mezzanine en 100th Window hebben Del Naja, Marshall en companen gevonden, maar waar voorheen de diversiteit van een Massive Attack-album de coherentie niet in de weg stond, is dat dit keer wel het geval. De tijd lijkt rijp voor Del Naja en Marshall om zich af te vragen wie ze zelf zijn als artiesten. Misschien is er ergens wel een eilandje te vinden met een studio waarin ze gezamenlijk lekker kunnen knoeien. En dan wel graag volgend jaar al resultaat.